De Verkadeplaatjes, een eigen opdracht voor Jan Voerman jr.

In 1897 komt de firma Verkade op het idee om plaatjes toe te voegen aan de verpakte beschuiten en koek. Er zijn plaatjes voor kinderen en ook bouwtekeningen voor modellen van molens, torens en koetsen. Het was een succes, de verkoop gaat flink omhoog.

De Verkades kopen begin 1900 een groot aantal plaatjes met sprookjesfiguren uit Duitsland om bij hun producten te voegen. Er wordt een album bijgemaakt waar ze ingeplakt kunnen worden. De actie is een volkomen onverwacht succes. Vooral kinderen zijn verrukt van de plaatjes en de albums. De familie besluit om nu zelf in eigen land plaatjes te gaan maken met bijhorende albums. Het moet een hoogstaande serie worden. Als schrijver wordt Jac P. Thijsse gevraagd, een bekend liefhebber en kenner van de natuur. En als tekenaars worden bevriende kunstenaars als Wenkenbach en Jan van Oort gevraagd. Ook zwager Jan Voerman krijgt een verzoek om mee te werken. Jan senior heeft daar echter geen zin in en geeft de opdracht door aan zoon Jan, ook al is die nog maar 15 jaar. De opdracht voor de Verkadeplaatjes is een kans, maar ook een gevaar. Jan Jr. heeft dan nog geen eigen stijl ontwikkeld en moet zich al vroeg aanpassen aan de wensen van zijn opdrachtgever.

Thijsse ontwerpt een eerste serie boeken over de jaargetijden. ‘Lente’ is het eerste boek dat in 1906 uitkomt. Jan maakt een serie van 6 proefplaatjes, op het voorgeschreven formaat van 45 x 84 millimeter, die worden gekeurd door zijn ooms Verkade en door Thijsse. ‘Atalanta op klein hoefblad’ is de allereerste schets die wordt goedgekeurd en Jan jr. krijgt zijn eerste grote opdracht.

Voor het volgende album ‘Zomer’ maakt Jan in totaal 8 bladen met zes plaatjes. Hij krijgt er 360 gulden voor. Het geld komt in de familiekas en pas na zijn 18e jaar mag hij het geld zelf houden. Jan jr. leert snel. Al voor het 3e boek Herfst mag hij ook het omslagontwerp maken. Tot aan de Tweede Wereldoorlog oorlog heeft Jan een vaste bron van inkomsten gehad met zijn werk voor Verkade. Naast de Verkadeplaatjes wordt hij ook gevraagd  voor ander reclamewerk zoals schetsen voor de bekende waxinelichtjes. Die eerste opdracht betekent ook dat hij definitief kiest voor een loopbaan als schilder.  Er is geen ander pad meer denkbaar. De ontwerper van de albums voegt jr. toe aan Jans naam. Vanaf nu is hij officieel Jan Voerman jr. Jan krijgt veel bewonderaars in het land. Een ervan is de kleine Hetty Mansholt uit Groningen. Haar neef Henny Werkman drukt de plaatjes en de albums en Hetty vindt vooral de plaatjes van Jan Voerman mooi.

Meer lezen over de schilders Voerman en hun band met de firma Verkade? In juni 2021 verschijnt het boek.

Genemuiden uit het album de Zuiderzee, door Jan Voerman Jr.
De schets die Jan Voerman Jr. ter plekke maakte en later met waterverf uitwerkte naar het plaatje voor het boek

Het einde van de N.V. Machinale Rahder Turffabriek.

Na de tweede oorlog zakt de verkoop van turf bijna helemaal in. In het jaar 1962, terwijl de kleinzonen door zijn kantoor scharrelen, schrijft Jaap Rahder zoals ieder jaar een verslag voor de commissarissen met daarin de balans van de N.V. Machinale Rahder Turffabriek. “De resultaten in 1960 en 1961 waren zeer slecht”, schrijft Jaap onomwonden. “De weersomstandigheden waren in de eerste 5 maanden zeer gunstig maar toen de turf moest drogen volgde een natte zomer en herfst. We hebben dan ook grote hoeveelheden zeer slechte turf in het veen staan. Gelukkig schijnt het dat deze turf door Purit afgenomen zal worden. De prijs zal slecht zijn. De afzet aan onze oude turfschippers daalt nog steeds. De afzet aan de Coöperatieve Turfstrooiselfabriek was goed. De omzet van turf bedroeg in 1960 F. 81.717,43. Een deel van de gronden ter grote van 46.73.60 hectare is aangeboden aan de gemeente Schoonebeek voor F. 184.000. De gemeenteraad heeft de koop goedgekeurd maar het wachten is op toestemming van Gedeputeerde Staten”.

Een ander stuk grond verpacht Jaap aan enkele boeren, die er haver en tarwe op gaan verbouwen. De opbrengsten staan in het jaarverslag. In een kort stukje uit de krant van die dagen wordt Jaap Rahder geciteerd. “Wij verveners werken voor de toekomst, het tijdstip, dat over twintig of vijfentwintig jaar het veen vergraven is en de dalgrond voor de landbouw in gebruik kan worden genomen. Dan is ons doel bereikt en ontvangen we het loon voor het werk waarmee onze vader begonnen is en dat door de zoon wordt beëindigd”.

In het financiële overzicht is te zien dat er sinds het einde van de oorlog verliezen zijn. Het kan alleen worden gecompenseerd met de verkoop van grond. Jaap weet dat dit een keer ophoudt. Vanaf 1962 krijgt hij ook te maken met een tekort aan arbeidskrachten. De werkers kiezen voor een baan in de nieuwe industrie rond Emmen of gaan aan de slag als boerenknecht. Jaap weet dat zijn dochters het bedrijf niet gaan overnemen. Ze hebben een eigen leven opgebouwd.

Op maandag 31 juli 1961 is de jaarlijkse vergadering van Commissarissen der N.V. Machinale Rahderturffabriek te Nieuw-Amsterdam. De tweede en derde generatie ‘s Jacob en Zeeman zijn nog immer commissaris. Dhr. Zeeman haakt in op een schrijven van directeur Jaap Rahder die stelt dat verkoop van gronden, zoals aan de gemeenten, in feite een voorbode is van liquidatie van het bedrijf. Volgens de directeur zal de vervening van het gebied nog acht tot tien jaar duren. Zeeman stelt voor om nu al tot een langzame beëindiging van de firma over te gaan. ‘s Jacob is het hiermee eens. Zeeman merkt ook op dat de gereserveerde bedragen voor de pensioenen, respectievelijk 2000 en 1000 gulden, van de directeur en zijn vrouw, gezien zijn staat van dienst te laag zijn. Die moeten omhoog. Aldus wordt besloten.

Fragment uit : ‘Hoe de Rahders Drenthe veranderen”, het boek is hier te bestellen

De laatste aandelen