Een paradijs met hoge muren

Jan Voerman jr., oudste zoon van IJssel schilder Jan Voerman Sr, staat met zijn jongere zusje Edu op het lege perron. Station Hattem ligt er weer verlaten bij. De trein naar Zwolle, met broer Tijs en vele andere kinderen op weg naar hun scholen, is net vertrokken. Tijs gaat naar de ambachtsschool. Eigenlijk wil Tijs architect of ingenieur worden, maar vader vindt dat hij eerst met zijn handen moet leren werken. Zagen en timmeren. Teruglopend naar het grote huis aan de Gelderse dijk mijmert Jan over zijn leven. Hij zou maar wat graag met Tijs willen ruilen en meegaan naar Zwolle. Naar welke school dan ook. Jan is voorbestemd om in zijn vaders voetsporen te treden en schilder te worden. Hij tekent dagenlang insecten en bloemen, in de koepel naast het huis. Hij heeft er zijn eigen atelier. Zijn ouders vinden hem emotioneel en lichamelijk te kwetsbaar om naar school te gaan met andere kinderen. Hij krijgt thuis les van moeder Anna of een van de kindermeisjes.

Die middag moet Jan weer naar heilgymnastiek om zijn spieren te versterken. Hij hoorde dr. Hage, de huisarts, tegen zijn moeder zeggen dat hij nog nooit zo’n lange en slappe jongen had gezien. Vanaf dat bezoek moet hij elke dag extra maaltijden eten, wandeling maken en krijgt hij oefeningen. En dan om half negen naar bed terwijl hij al 16 jaar is!

Jan hoorde zijn ouders laatst zeggen dat ze in een paradijs leven. Een groot huis aan de dijk met veel ateliers die een prachtig uitzicht hebben op het oude stadje. En dan aan de andere kant de uiterwaarden van de IJssel waar zijn vader dagelijks schildert. Een moestuin met fruitbomen en groentes in overvloed. Een waar paradijs beaamt Jan, maar wel een paradijs met hoge muren waaruit hij toch een keer moet zien te ontsnappen.

Een tekenkist als opdracht

In haar persoonlijke biografie “Neuriën” over echtgenoot Jan Voerman jr. vertelt Hetty Voerman – Mansholt over de dag dat kleine Jan 6 jaar wordt. Het is 23 januari 1896. Het nieuwe huis aan de Gelderse dijk is bijna klaar. Alleen de trappen naar de voordeur moeten nog worden gelegd. Jan klimt een laddertje op, naar het huis waar zijn vader hem heeft ontboden. Er is een persoonlijk cadeau van zijn vader. Een echte tekenkist, zoals zijn vader ook zijn schilderkist heeft. Jan ziet het, hoe klein hij ook is, als een opdracht. Hij zal ook schilder zijn. Hij is trots, maar ook bang. Bang voor de verwachting. Hij tekent dan al veel in zijn schoolschriften, vooral dingen uit de natuur zoals bloemen, vogels en insecten. Prachtige bruine atalantavlinders. Hij tekent kalenders voor zijn opa Eric Verkade, rijk versierd met bloemen. Broer Tijs tekent de nummers van de dagen. Dat kan hij beter. Vanaf 1902 maakt Jan ieder jaar een kalender voor zijn opa. Tot aan Erics dood in 1907. Jonge Jan verwerft aanzien in de Verkade-familie. Het komt hem van pas als hij vanaf zijn 15e meewerkt aan het tekenen van de plaatjes voor de Verkade-albums.

Jeugdwerk Jan Voerman Jr.

Expositie – Voerman senior

Het Voerman Stadsmuseum Hattem pakt voor haar 75ste verjaardag uit met een grote jubileumexpositie!

Van 26 april 2024 t/m 31 oktober 2024

Wandelen door het leven en langs het werk van Jan Voerman senior.

Voor het Voerman Stadsmuseum Hattem is 2024 een gedenkwaardig jaar. Het museum viert namelijk het 75 jarig bestaan.

Om dat jubileum te onderstrepen presenteert het jarige museum een speciale expositie, een grote overzichtstentoonstelling rond Jan Voerman senior. Deze jubileumexpositie ‘Voerman senior’ brengt het leven èn werk van de schilder in beeld, die met zijn zoon Jan Voerman junior naamgever van dit museum is. De expositie biedt een veelzijdige kijk op Voerman senior en toont diverse werken die nog niet eerder in het museum te zien zijn geweest. Het museum heeft hiervoor geput uit de eigen collectie, maar daarnaast zijn er ‘Voermannen’ te zien van de familie Van den Noort uit Den Haag, evenals kunstwerken die Wietse van den Noort heeft gemaakt. 

De families Verkade en Rahder en hun buitenplaats aan de Vecht (en Angstel)

Voor veel gefortuneerde Amsterdammers was de Vechtstreek populair: het was dicht bij Amsterdam en bood veel rust, ruimte en frisse lucht. Ook was het gebied interessant omdat ondernemers en kooplui er geld konden verdienen. Boerderijen met veel land en baksteen- en dakpanfabriekjes vormden een goede investering. De aanleg van een jaagpad in 1628 en het afsnijden van een paar Vechtbochten maakte de reis korter en aantrekkelijker: In 4 uur kon men vanuit de stad bij de buitenplaats zijn. De reis ging van de Amstel via binnenwateren als de Holendrecht en de Angstel naar de Nieuwe Wetering. Hier, bij Nieuwersluis, kwam men op de Vecht.

Twee keer per jaar vond een grote verhuizing plaats, want veel meubels, linnengoed, servies en schilderijen werden in mei van uit het grachtenpand meegenomen naar de buitenplaats, en in de herfst weer terug.

De buitenplaatsen zorgden er met hun nutstuinen, karpervijvers en boomgaarden voor dat de eigenaren in de stad het hele jaar gezond voedsel hadden.

De zakenfamilies Verkade en Rahder hebben beide tijdelijk in  een buitenplaats in de Vechtstreek gewoond. Ericus Verkade 1835-1907) oprichter van de Verkade fabrieken ging er in 1881 wonen omdat zijn vrouw Eduarda Verkade – Koning zo verlangde naar een huis in de natuur. Ze was geboren op de Burcht te Wedde en voelde zich niet thuis in Amsterdam. Ericus huurde derhalve de buitenplaats Klein Boom & Bosch bij Breukelen. Er is later door Wenckenbach ook nog een Verkadeplaatje gemaakt van dit buiten voor het album de Vecht. In 1883 vertrok het gezin alweer naar de Zaanstreek alwaar ook de Verkadefabrieken stonden.

Verkadeplaatje van Huize Boom en Bosch

J.C. (Coen) Rahder (1812-1872) was wijnkoper te Amsterdam. Met zijn familie woonde hij daar aan de Buitenkant in een groot pakhuis. Ook de echtgenoot van Coen, Willemina Petronella Cornelia Van Voorthuijsen wilde niet meer in de stad wonen vanwege de stank in de grachten en de vele ziektes. Coen kocht in 1843 de buitenplaats Valck en Heining aan de Angstel. Tegenover dit buiten woonden aan de noordzijde op ‘Geinwensch’  zijn schoonouders reder Jan van Voorthuijsen en jonkvrouw Anna Maria de Villeneuve

Drie kinderen werden er geboren. In 1849 vertrok het gezin alweer omdat Coen veengebieden had aangekocht in Drenthe, ten oosten van Hoogeveen. Na een kort verblijf bij Dedemsvaart liet Coen een huis bouwen dat hij ‘Nieuweroord’ liet noemen. Coen kreeg echter ruzie met zijn zakenpartner Andries de Wilde en moest uit Nieuweroord vetrekken. Hij liet in 1860 bij Noordscheschut een nieuw huis bouwen. Hij noemde dat Valkenheim ter herinnering aan het buiten Valck en Heining.

Buitenplaats Klein Boom en Bosch

Buitenplaats Valck en Heining te Baambrugge

De zussen Fem en Gre Uiterwijk

In dit verhaal is te lezen hoe Hendrik Uiterwijk, kapper uit Hoogeveen, een partij opricht die het opneemt voor de zwakkeren. Daarmee haalt hij in 1919 ineens 3 zetels in de gemeenteraad. Hendrik sterft op jonge leeftijd.

Het gezin Uiterwijk met 2 dochters en een jonge zoon krijg het moeilijk in die jaren na zijn dood. oudste dochter Fem (mijn oma) is diep bedroeft dat haar vader zo plots uit haar leven verdwijnt. Ze is 22 jaar en studeert nog op de kweekschool in Meppel. Ze zal snel zelf haar geld moeten verdienen. Fem is teleurgesteld dat Hendriks vele vrienden na zijn dood niet meer naar zijn gezin omkijken. Hendrik laat zijn gezin berooid achter. Hendrik was nooit met geld. Hij heeft niet gespaard. De les is dat je er uiteindelijk alleen voor staat. Zus Margreet kan verpleging studeren in het verre Groningen met een beurs van de Remonstrantse kerk. Haar uitzet met verpleegsters uniformeren wordt door moeder Uiterwijk en Fem zelf genaaid. Het gezin leeft in armoede, maar de dochters zorgen voor wat inkomen. Ondanks alle strijd van vader Hendrik voor betere regelingen voor de armen is er nog steeds geen sociaal vangnet. Geen staatspensioen. In 1939 sterft zoon Hendrik Jr. op zijn 18e jaar aan een blindedarm ontsteking. Weduwe Elisabeth Uiterwijk-Haarsma hoort het bericht op haar ziekbed en ze sterft in hetzelfde jaar op 59 jarige leeftijd. Het overlijdensbericht komt van de gemeente Groningen en is ingeschreven in Hoogeveen. Ze is in haar laatste maanden verpleegd door dochter Gré.

Fem trouwt met Jaap Rahder . Lees hier meer over het huwelijk van mijn grootouders.

Gre zal in december 1936 trouwen met Jan van Oven. Na een aantal omzwervingen, Jan werkt in verschillende stationsrestaurants, gaan ze wonen in Beetsterzwaag. Jan wordt kok op kinder-revalidatiecentrum Lyndensteijn waar ook mijn vader werkt. Na de vroege dood van mijn grootouders is het erg leuk dat een oud-tante en oud-oom vlakbij wonen. Als Jan overlijdt gaat Gre het hofje van de remonstrantse gemeenschap in de stad Groningen wonen.

Tante Gre van Oven – Uiterwijk als leerlingverpleegster

Jan van Oven, later kok

De schaakpartijen per post tussen Eduard Douwes Dekker (1820-1887) en Derk Roelfs Mansholt (1842-1921)

Eduard Douwes Dekker (bekend geworden als schrijver met het pseudoniem Multatuli) was een verwoed schaker. Hij speelde het liefst correspondentieschaak omdat daarmee door geduld zijn gebrek aan talent goed gemaakt zou worden, terwijl bij schaken ‘uit de hand’ onstuimigheid en ongeduld ten koste van de kwaliteit van het spel zou gaan.

Ook in zijn correspondentie met Derk Roelfs Mansholt werden schaakzetten vermeld. In onderstaande briefkaart van Douwes Dekker aan Mansholt is dat te zien.  De briefkaart is op 15 juli 1880 verstuurd vanuit Geisenheim aan de Rijn, waar Douwes Dekker een huis huurde. Niet lang daarna verhuisde Douwes Dekker naar een nieuw huis aan de Rijn. Het werd zijn eerste koophuis.

Derk Roelfs speelde ook een partij met de toenmalige vrouw van Douwes Dekker, Mimi Hamminck Schepel, die is neergeschreven in een notitie, gedateerd september 1881, die te vinden is in het persoonlijk archief van Sicco Mansholt.

Zoals hier valt te lezen is Derk Roelfs Mansholt ook voorzitter geweest van de Groninger schaakclub Staunton.

Een boek over de geschiedenis van de Familie Mansholt is hier te koop.