Zomers in de Westpolder

Hetty Mansholt maakte elke zomer de reis van de stad Groningen naar de Westpolder aan de Lauwerszeedijk waar haar familie woonde. Toen Hetty jong was maakte ze de reis met haar ouders en kleine zus Ada. Hetty’s vader Ubbo had kort na zijn aanstelling als Rijkslandbouwleraar in de provincie Groningen een woning laten bouwen in jugendstil stijl. Het Zuiderpark was de eerste wijk buiten de oude stadsmuren waar welgestelden een huis lieten bouwen. In de stad was het vol. Het stadsbestuur was bijna klaar met het afbreken van de wallen en de poorten die de stad lang hadden beschermd. Deze ontmanteling van de ‘vesting van Groningen’ was vanaf 1876 ingezet. De nieuwe bewoners van het Zuiderpark woonden er vlak naast de gammele huisjes van de mensen die al langer buiten de wallen woonden omdat het in de stad te duur was. De nieuwe villawijk werd mede gebouwd om de stad in het zuiden een meer representatieve entree te geven. Ubbo en Grietje Mansholt woonden met hun twee dochters naast bekende Groningers, hoogleraren, graanhandelaren, fabrikanten, burgemeesters en adellijke families.

HettieAdaTorum
Hetty (2e van links) met neef en nichtjes in de Westpolder

De andere leden van de familie Mansholt, opa, oma, ooms en tantes, neven en nichten, woonden bijna allemaal in grote boerderijen ten noordwesten van de stad. Opa Derk Mansholt was als jonge jongen met zijn ouders vanuit het Eemsgebied in Duitsland naar Groningen verhuist omdat het daar beter boeren was. De Mansholten waren kundige akkerbouwers en legden zich toe op het verbouwen, telen en veredelen van gewassen, vooral graan. De gewassen konden daardoor beter tegen de weersomstandigheden en de oogsten konden worden vergroot. Sinds 1850 bloeide de graanhandel vanuit Groningen met het Oosten volop. De stad werd rijk en ook de ommelanden en de boeren profiteerden. Midden 19e eeuw woonden de rijkste boeren in Noord Groningen. De Marne was zelfs die periode de rijkste gemeente van Nederland. Omstreeks 1880 was de ‘Groninger boer’ een begrip geworden: een grote akkerbouwer met een bedrijf van ten minste veertig tot vijftig hectare. Ook de familie Mansholt had goed geboerd.

Mansholt1900HuisZuiderpark
Het Jugendstil huis in het Zuiderpark, Groningen

Niet lang nadat het huis klaar was kreeg Ubbo Mansholt, een sterke jonge man aan het begin van een veelbelovende carrière een mysterieuze ziekte. Een gezwel in zijn hoofd zorgde voor zware hoofdpijnen en later verlamde armen. Het was thuis niet meer gezellig. Moeder Grietje stuurde haar oudste dochter nu alleen naar de Westpolder. Het station was vlakbij huis. Daarna ging Hetty per trein naar Winsum. Het was een grote sprong voor een jong meisje om op het perron te komen. De paardentaxi naar Ulrum stond al klaar. Hetty betaalde het kaartje met geld uit haar kleine beurs. In Ulrum werd ze opgehaald door oom Bert die nog bij opa en oma inwonende en de boerderij had overgenomen. Ook tante Theda woonde nog thuis op de boerderij Torum en hielp in de huishouding.

Torumzomer
Interieur van Torum

Door de grote moestuin met kruisbessen, rode bessen, appels en blauwe pruimen liep ze naar het huis. Door de opvallend brede gang naar de huiskamer. Opa zat er aan het bureau te schrijven en had allemaal boeken en papier om zich heen verzameld. Oma Aaltje was druk bezig met het bereiden van de maaltijd. Na het eten verdween opa in zijn slaapkamer met hemelbed en groende gordijnen. Het was er altijd schemerachtig ondanks het feit dat er glazen deuren waren die uitkwamen op het balkon. In de voorkamer mochten de kinderen alleen komen als er bezoek kwam. Daar stonden alle deftige spullen. De klok met Adam die de wereld torst, met engelen, de zon en de maan. Een petroleumlamp boven een grote mahoniehouten tafel met prachtig gebeeldhouwde stoelen. en grote stevige kasten. Een sofa met rijke bekleding en ornamenten waar mensen uit de 19e eeuw zo van hielden. Familieportretten aan de muur op het gebloemde behang. Een piano voor de met blinden gesloten ramen.

30-01-07
De weg van Ulrum naar de Westpolder

Hetty was in die zomer in de Westpolder even verlost van het leven in de stad met een zieke vader en een vermoeide, onzekere moeder. De zomers duurden lang en kinderen konden vrij buiten spelen op het erf op de dijk en bij de waddenkust. Jurkjes en broekjes werden vies en niemand die er wat van zei. Het leven op een boerenerf heeft zijn eigen ritme. Elke dag was er iets te doen en de kinderen deden volop mee. Melk werd gekarnd en graan geoogst en gedorst. Fruit geplukt en ingemaakt voor de winter. Af en toe kreeg ze een brief van huis vol goede raad. Of Hetty wel genoeg werkjes deed voor oma Aaltje. De zorgen in de brieven over de gezondheid van vader Ubbo werden steeds ernstiger. Moeder Grietje maakte haar dochter van bijna 12 volop deelgenoot van haar zorg. Grietje was eenzaam in de stad en in haar mooie nieuwe huis. Net als haar man was ze afkomstig uit een boerenfamilie. Haar ouders bewoonden het ‘huis te Ewer’, gelegen op een terp vlakbij Zuurdijk naast het Reitdiep. Eeuwenlang hebben de mensen hier gewoond op terpen en de streek is meermalen overstroomd. De bewoners bouwden steeds weer nieuwe dijken want het land was goed.

Grietjes vader was een zwakke man die het boerenleven niet goed aankon. Moeder Henriette, Hetty was naar haar vernoemd, was een Zijlma. Deze familie bewoonde al jaren de hoeves ‘Ewer’ en het nabijgelegen ‘Ganzehoes. Boerderijen met veel landerijen in de vruchtbare klei van Marne gebied. Henriette werd ook wel ‘Ka’ genoemd omdat ze een vrouw was met een sterke eigen wil. Groningse boeren waren liberaal en stonden er om bekend hun vrouwen ‘in ere’ te houden. Dat betekende vooral dat ze zo goed als kon aan geboorte beperking deden zodat hun echtgenoten niet constant zwanger waren of kleine kinderen moesten opvoeden. Omdat de herenboeren geld genoeg hadden voor knechten op het land en dienstmeiden in huis was er tijd voor lezen, breien en vertier.

KaZijlmaHettyMansholt
Hetty en Henriette Louwes – Zijlma

De leeskringen in de Marne floreerden rond 1850. Henriette, ‘Ka’, was nog iets vrijer dan in haar tijd gebruikelijk was. Toen haar oudere broer Jan wilde trouwen met een meisje uit een ander familie Herenboeren kon dat alleen als Henriette zou trouwen met de broer van de beoogde bruid. Henriette weigerde en maakte haar eigen keuze. Jan Zijlma is nooit meer getrouwd en heeft zijn zus nooit vergeven. Ka zou niets van het familiebezit erven.

Dochter Grietje bleek meer op haar vader te lijken dan op haar moeder. Ze was een onzeker en verlegen meisje. . Op school was ze een matige leerlinge en ze kreeg een strenge opvoeding die in die tijd ‘gewoon’ was. Haar moeder stuurde haar na de middelbare school naar een kostschool in Zwitserland in de hoop dat ze daar wat zelfstandiger zou worden. Grietje kwam eerder terug vanwege heimwee. Na haar huwelijk met Ubbo verhuisde het paar naar de grote stad. Grietje kon haar draai niet vinden tussen de stadse jufferen en de stadse gebruiken. Ubbo zorgde voor de sociale kontakten maar hij was veel op reis. Na een grote reis door Canada, waar hij de landbouwtechnieken bestudeerde werd Ubbo ziek. Hij overleed na een ziekbed van een jaar. Grietje moest zich zien te redden met haar twee jonge dochters. Met jongste dochter Ada kon ze het goed vonden maar Hetty was een puber met een eigen willetje. Een echte Mansholt, slim en direct. Grietje kon er niet tegenop. De banden met de familie in de Westpolder werden minder en minder. Zelfs de verhuizing van Opa Derk en oma Aaltje naar de stad Groningen veranderden daar niets aan. Grietje zocht en kreeg hulp van een vrouwelijke arts. Misschien heeft zij Grietje geadviseerd om opnieuw te beginnen. Met een schone lei. Grietje verhuisde met haar dochters naar Den Haag.

Hetty kon nog maar af en toe naar haar geliefde Torum. Oom Bert, inmiddels getrouwd met de lerares waar hij bijles kreeg, was daar de hoofdbewoner geworde. Hun zoon Sicco zou minister van landbouw worden in het naoorlogse Nederland en later zelfs in Europa.

30-01-11b
Torum in de Westpolder anno 2018

Tante Theda was naar de huishoudschool gegaan en ging daarna lessen geven aan de Rijkslandbouw-winterschool in Veendam, een van de eerste opleidingen voor plattelandsmeisjes. Nadat ze in dienst van het rijk onderzoek had gedaan naar het landbouw onderwijs in Denemarken, België en Duitsland werd ze een grondlegger van het landbouwonderwijs voor meisjes. Ze richtte in 1913 de Rijksschool voor Landbouwhuishoudonderwijs “De Rollecate” in Den Hulst op en werd daar ook de eerste directrice.

TorumMansohlttrap
Mansholt kinderen op de trappen van Torum