De Mansholt vrouwen

Mijn oma Hetty Voerman-Mansholt was een kleindochter van Derk Roelfs Mansholt. Een boerenzoon die in 1866 met zijn familie uit het Duitse Ems gebied naar Noord Groningen trok. Hij trouwde met Aaltje Dijkhuis en ging wonen in de boerderij ‘Thorum’ van haar familie in de nieuwe Westpolder. Opa Derk en later ook zijn zonen en kleinzoon Sicco Mansholt hebben zich bezig gehouden met verbeteren van de positie van de boer. Betere producten (gewas veredeling) maar ook betere prijzen voor hun producten. Maar ze kwamen ook op voor de positie van vrouwen.

Mijn oma heeft er een stuk over geschreven. Ze verteld daarin het verhaal van haar over-oma Hilje Hopma (1800-1878), oma Henriette Zijlma (1828-1913) en moeder Grietje Louwes (1867-1946). Sterke vrouwen die in het Groningse Marne gebied volop meewerkten op het boerenbedrijf. Mijn oma beschrijft dat de vrouwen door hun man ‘in ere’ werden gehouden. Zoals ik het begrijp betekend dit dat ze een volwaardig aandeel hadden in het bedrijf en dat ze niet ieder jaar in verwachting waren van weer een nieuw kind en zo tijd hadden voor andere dingen dan baren en opvoeden. Vanuit deze rol ontstond ook de vrouwenbeweging rond 1900. Wabine Andrea, de moeder van Sicco Mansholt speelde daarbij nog een grote rol. Grietje Louwes verhuisde uiteindelijk met haar echtgenoot Ubbo Johan Mansholt naar de stad Groningen en ging daar vlak na 1900 in het nieuwe Zuiderpark wonen. Dat beviel niet goed, ze was niet gewend aan de etiquette van de ‘stadse jufferen’. Toen haar echtgenoot vroeg overleed en ze in haar eentje twee jonge meisjes moest opvoeden kwam ze niet meer in haar kracht.

Uiteindelijk ging de vrouwenstrijd in die periode kopje onder in de socialistische beweging. Vrouwenrechten waren minder van belang dan de rechten van alle arbeiders. Mijn oma betreurt dat.

We hebben vanuit deze familie nog de beurs met zilveren beugel die Hilje Hopma in 1815 kreeg op haar 15e verjaardag ter ere van haar belijdenis en een doopmutsje. Het is volgens mijn oma een groen fluwelen beugeltas bedrukt met bladgouden stipjes en de rijkversierde zilveren beugel

 

 

De nieuwe eeuw 1900

Er zijn veel foto’s vanuit mijn familie. De Voermannen maakten foto’s om te gebruiken bij hun schilderijen maar maakten ook veel familie plaatjes. Ik heb dozen vol glasnegatieven en ook wat afdrukken. Er zijn veel foto’s van het Voerman paradijs aan de Gelderse dijk. De kinderen in de tuin met bordjes verse aardbijen. Maar ook foto’s uit Hattem, langs de IJsseloevers en vanuit de bossen in het zuiden.

Van mijn oma Mansholt zijn er vooral schoolfoto’s vanuit Groningen. Keurige meisjes van de lagere school en later de HBS.

Van mijn Rahder familie zijn er nog foto’s van het turfgraven rond de veengebieden rond Hoogeveen. En ook zijn er oude ansichtkaarten van hun woonplaats Noorscheschut.

 

Jan Voerman Jr.

Mijn opa Jan Voerman Jr. (1890-1970) was als veel zonen van bekende ouders zijn leven bezig om ‘uit de schaduw’ zijn vader de IJsselschilder te komen. Hij werd vooral bekend als illustrator van de bekende Verkade albums maar toch voelde hij zich als kunstenaar niet echt erkend. Hij was een goed lithograaf maar ook daar kreeg hij nauwelijks erkenning voor.

insecten

Het jeugdwerk van mijn opa laat zien dat hij al vroeg een goed oog had voor de details in de natuur. Hij tekende veel beestjes en bloemetjes zoals later ook op de Verkade plaatjes. Een groot deel van zijn inkomsten verwierf hij het uit (zelf) litho-drukken van kalender platen. Ook daar begon hij al vroeg mee. Deze kalender platen maakte hij al vanaf zijn 12e jaar voor zijn grootouders Erik en Edu Verkade. Wellicht is Erik Verkade toen op het idee gekomen om zijn kleinzoon te vragen om mee te werken aan de Verkadealbums. Jan Voerman heeft dat vanaf het eerste begin: Album lente 1906 tot aan het album Apen en hoefdieren in Artis uit 1940 gedaan.

kalender-1903

kalender-1907

 

De geschiedenis van Verkade

Voor de geschiedenis van de ‘tak’ Verkade kan ik op internet terecht. Verkade is nog steeds bekend van de koekjes, de meisjes van… en ook de Verkade albums. Vanuit de eerder benoemde boeken over de schilders Voerman blijkt dat de familie Verkade goede sponsoren waren van de kunstschilders. De families leerden elkaar kennen doordat Jan, de broer van Anna Verkade, schilderlessen kreeg van Voerman sr. Deze trouwde dus met de zusters van zijn vriend en leerling.

Ericus Gerhardus Verkade (Vlaardingen, 20 november 1835 – Hilversum, 8 februari 1907) was een Nederlands industrieel en oprichter van het bedrijf Verkade.

ericusverkadersr
Ericus Verkade Sr. met twee van zijn zonen, de directie van de Verkade fabriek

Verkade werd geboren in Vlaardingen als zoon van een notaris. Toen zijn vader overleed verhuisde hij met zijn moeder naar de Zaanstreek, waar zij vandaan kwam. Na zijn schooltijd (hij zat op een kostschool) begon Verkade met het geld dat hij geërfd had een fabriekje in patentolie. Dit fabriekje brandde in 1875 af, waarna Verkade zich samen met zijn zwager ging toeleggen op het handelen in oliehoudende granen. In 1883 stopten de zwagers met deze handel

Op 2 mei 1886 richtte hij Stoom-Brood en Beschuit-fabriek ‘De Ruyter’ op. Deze naam was gekozen omdat de eerste meelmolen van Westzaandam zo heette. De producten die De Ruijter aanvankelijk maakte waren brood en beschuit. In 1898 begon hij in een nieuwe fabriek in Amsterdam met de productie van waxinelichtjes. Het patent hierop kocht hij van zijn schoonzoon Morris Broad Fowler.

Ericus Gerhardus Verkade trok zich in 1900 terug uit het zakenleven en droeg de zaken over aan zijn gelijknamige zoon en diens broer.

verkade1930
De Verkade fabriek aan de Zaan

Op 13 mei 1857 trouwde hij in Zaandam met Trijntje Smit. Zij overleed reeds op 1 mei 1863. Op 9 juni 1865 hertrouwde hij in Wedde met Eduarda Thalia Koning. Uit dit huwelijk stammen o.a. Anna de echtgenote van kunstschilder Jan Voerman Sr. en toneelleider/acteur/regisseur Eduard Verkade.

Jan Verkade heeft meerdere boeken geschreven over zijn jeugd. Hij groeide op als deel van een tweeling. Ericus jr., zijn tweelingbroer, werd directeur van de Verkade fabrieken. Jan Verkade ging na zijn Hattemse periode naar Parijs waar hij zich aansloot bij de Nabis, een kunstenaarsgroep rondom Paul Gaughin. Nadat Gaughin was afgereisd naar Tahiti viel de Nabis uiteen en trok Jan Verkade met de schilder Sérusier naar een Beuron, een klooster in Duitsland. Hij werd daar monnik en bleef schilderen. Hij noemde zich Don Willibrord.

janverkade2
Jan “Dom Wilibrord” Verkade

De bekende Verkade-albums zijn in 1903 ontstaan toen Verkade plaatjes die in speciale albums konden worden geplakt bij zijn producten voegde. Het begon met drie Sprookjesalbums, met plaatjes die in Duitsland waren gekocht. Dat werd een groot succes en toen besloot Verkade om andere albums uit te gaan geven over diverse aspecten van de natuur en het landschap in Nederland.

In 1904 werd Jac. P. Thijsse benaderd om de tekst te gaan verzorgen voor de andere albums van Verkade. Uiteindelijk werd hij de schrijver van 19 van de 31 Verkade-albums, die zijn verschenen. Hij begon in 1906 met de albums Lente, Zomer, Herfst en Winter. Jan Voerman sr. werd gevraagd de plaatjes te tekenen maar hij liet deze opdracht over aan zijn zoon Jan Jr., toen pas 16 jaar oud.

Tot 1940 zijn er 31 albums uitgegeven. Het totaal in omloop gebrachte albums is ongeveer 3,2 miljoen met een recordaantal van 30 miljoen plaatjes.

verkadealbums

Alle verschenen albums behaalden enorme oplagen, behalve het album Friesland. Friesland behoort tot de meest gezochte Verkade albums. Door een brand zijn indertijd vele plaatjes en albums vernietigd. Ook verscheen het album op een ongunstig moment. De Eerste Wereldoorlog was net afgelopen en de mensen hadden andere zaken aan hun hoofd dan het sparen van Verkade-plaatjes. Friesland lag bovendien als provincie slecht in de Verkade-markt en de albumverkoop bleef ver beneden de maat, zodat er slechts 16.000 exemplaren in omloop zijn gebracht. Ongetwijfeld was de tamelijk hoge prijs voor die tijd van het album, te weten f 1,– hier ook debet aan. Het is bijzonder moeilijk om nog een gaaf album Friesland te bemachtigen.

verkadeericussrkurort
Uit het familiealbum van de Verkades. Ericus Sr. (links van het midden met snor en hoed) en zijn vrouw in een kuuroord in Duitsland

Bronnen:

  • “Jan Verkade, Hollandse volgeling van Gauguin”, Caroline Boyle-Turner Waanders 1989
  • “Een leven in biskwie en Chocolade, memoires van Co Verkade”, Stichting uitgever 2005
  • “Van ongebondenheid en heilige banden”, memoires van Dom Willibrord Verkade. Teulings, 1919
  • “In blijde gebondenheid”, memoires van Dom Willibrord Verkade. Teulings, 1935
  • “Natuurlijk Verkade, het verhaal van de albums”, Marga Coesel, Terra,
  • “Honderd jaar Verkade 1886-1986” 1986

 

De Voerman geschiedenis

Er is een flink aantal boeken geschreven over de schilder Jan Voerman Sr, mijn overgrootvader. De boerenzoon van Kampereiland die een bekend schilder wordt. De boeken vertellen over zijn leven in Hattem aan de Geldersedijk met zijn vrouw Anna Verkade (dochter van de oprichter van de Verkade fabrieken) en hun 5 kinderen, waaronder mijn opa Jan Jr. de tekenaar van de Verkadeplaatsjes. Over mijn opa is ook een boek geschreven met de veelzeggende titel “Uit de schaduw van de IJsselschilder”. Mijn oma Hetty Voerman-Mansholt heeft in eigen beheer een familieverhaal uitgebracht onder de titel “Neuriën”. Mijn moeder heeft wekenlang mijn grootmoeders aantekening uitgetypt en mijn vader heeft er plaatjes en illustraties bij gezocht. Er is dus veel familiegeschiedenis opgetekend over mijn Voerman ‘roots’.

voermanboeken
Boeken over de Voerman schilders

Veel bronnen op internet en in mijn eigen archief zijn dezelfde als die in de boeken worden gebruikt. Veel verhalen over de boeren op het Kampereiland zijn er niet. De oudste Voerman die we kunnen vinden is Hennen Voerman ook boer op Kampereiland. Hij krijgt in 1679 een zoon: Gerrit. Gerrits zoon heet Tijs. In 1811 wordt Hendrik geboren. Hij krijgt veel kinderen uit diverse huwelijken. Zijn 10e zoon die in 1857 wordt geboren is Jan Voerman, de latere IJsselschilder.

vadervoermansr
Hendrik Voerman

Jan onttrekt zich aan het boerenleven in Kampen neemt teken en schilderlessen en wordt schilder. Na omzwervingen vestigt hij zich in Hattem met zijn vrouw (zus van zijn vriend en leerling Jan Verkade). Hij creëert daar langzaam zijn eigen ‘paradijs’. Het beeld dat blijft hangen: een artistieke familie die haar weg inslaat en niet altijd ‘lekker in het vel’ zit. Jan Voerman Sr. heeft wolken in zijn hoofd, en legt die prachtig vast op doek en paneel. Hij onttrekt zich steeds meer aan het familieleven door veel in zijn atelier te zijn. Ik herken dat beeld van mijn grootvader Jan Jr. zijn atelier was heilige grond en hij mocht er nimmer worden gestoord. Pas na zijn dood heb ik daar ademloos rondgelopen.

voermanjansroverledengroot
De Hattemse krant “Homoet” na het overlijden van Jan Voerman Sr in 1945

Anna Voerman Verkade is een graag geziene vrouw in Hattem want ze geeft er les aan arme kinderen en helpt moeders met adviezen over voeding, hygiëne en kleding. Ik lees ergens dat ze in haar eentje de kindersterfte in Hattem heeft teruggebracht.

voermanklasroelofsmildehattem

Van de kinderen (naast mijn opa, de oudste Jan Jr., en mijn oud-ooms Tijs, Paul en Willem en oud tante Edu) weet ik dat ze een beschermde jeugd hadden in het Voerman paradijs, maar dat ze het in het latere kleven niet makkelijk hadden en moeilijk hun eigen weg konden vinden. Edu was een enthousiast lerares in het Montessori onderwijs. Tijs was als enige naast Jan Jr. getrouwd en gek genoeg weet ik nauwelijks iets over hem en zijn familie. Hij heeft in zijn jeugd dagboeken geschreven die in het Voerman museum worden bewaard. Willem heeft gestudeerd en had een kleine handicap aan zijn voet. Hij tekende ook maar was vooral bekwaam in maken van beeldjes van klei. Zijn huis stond er vol mee. Paul was vooral de man van de scouting. Ik heb hem nog eens gezien in zijn huis te Hattem bij de ‘Leemkule’ waar hij temidden van de padvinders woonde. Of hij ooit gewerkt heeft weet ik niet. Ik heb nog een mooie legerkist van hem met P.Voerman erop. Mijn Verkade familie heeft de Voerman familie veel ondersteund. Enerzijds met de koop van schilderijen van Voerman Sr., anderzijds met het verstrekken van opdrachten aan mijn opa.

Mijn eigen grootmoeder Hetty was ook een sterke vrouw met een sterke eigen mening. Ze zorgde goed voor de kunstenaar Jan Voerman Jr. en zijn werk. In haar memoires gaat het nauwelijks over haar kinderen, en al helemaal niet over schoondochters of kleinkinderen maar over het werk van haar echtgenoot en zijn worsteling om zich een ‘eigen plek te verwerven naast zijn beroemde vader.

4434_jan_voerman_wolkeffect-vallende_avond_olieverf_op_paneel_31_x_51_cm

Uiteindelijk werd Jr. Voerman Jr. bekend om zijn prachtige Verkadeplaatjes die hij vanaf zijn 16e tekende voor het bedrijf van zijn opa Verkade. Daarover later meer.

schets2
Verkadeplaatje van tekening tot eindproduct.

Bronnen:

  • “Jan Voerman – IJsselschilder” door: Anna Wagner – Waanders Zwolle
  • “Broeden op een wolk” door Leo Boudewijns en Henk van Ulsen Gaade uitgevers, Veendendaal 1987
  • “Neuriën” H.C.S. Voerman – Mansholt – privé uitgave mei 1992
  • “Jan Voerman Jr. Uit de schaduw van de IJsselschilder”, Rita van der Hout Waanders, 2001
  • Dagboek van Tijs Voerman 1891 – 1909 – privé uitgave
  • Uitgaven van “Heemkunde Hattem”: Nr. 64 september 1995, Nr. 79 juni 1999, Nr. 80 september 1999, Nr. 81 december 1999, Nr. 82 maart 2000

Het geslacht Mansholt

Het geslacht Mansholt stamt uit noordwest Duitsland. ‘Opa’ Derk Roelfs Mansholt (1842-1921) bracht zijn jeugd door op een pachtboerderij in de buurt van Ditzumer Hammrich, een dorpje op de klei nabij de monding van de Eems in de Dollard. De boerderij lag zo’n vijf kilometer ten oosten van de grens met Nederland. Het onderscheid tussen de twee staten werd door de bewoners nauwelijks gevoeld. Aan beide zijden sprak men vrijwel hetzelfde dialect. Duitsland was toen nog geen eenheid, maar een losse verzameling vorstendommen. Een nationaal gevoel kende men er niet.

In 1866 kochten Derks ouders een boerderij in Scheemda in het Oldambt, een streek in het naburige Oost-Groningen. Derk was 24 en had al enige tijd verkering met een meisje uit de stad. Hij wilde met haar naar Amerika, maar zijn ouders raadden hem dit af. Uiteindelijk won het boerenverstand het van zijn hart. In een brief aan een van zijn beste vrienden zou hij achteraf opbiechten tot de conclusie te zijn gekomen dat deze verhouding alleen maar tot armoede kon leiden. Hij verbrak de relatie en stak in mei 1866 met de rest van het gezin de grens over. Drie jaar later, op 3 maart 1869, trouwde Derk met de 29-jarige weduwe Aaltje Dijkhuis uit Meeden, even ten zuiden van Scheemda. Zij bezat twee dochtertjes en een mooie boerenplaats met tachtig hectare uitstekend bouwland. Derk trok bij haar in op de statige boerderij Torum is de Westpolder, en werd meteen opgenomen in de kring van dorpsnotabelen. In juli 1873 werd hij genaturaliseerd.

torum2
Herenboerderij ‘Torum’ in de Westpolder

In zijn boek de Graanrepubliek schrijft Frank Westerman over zijn contacten met Sicco Mansholt. Op enig moment overhandigde deze een stapeltje schriften aan Frank Westerman. In die schriften is terug te vinden wat de oorsprong was van het “boerensocialisme” van de Mansholts, aldus Sicco Mansholt. Ze waren van de hand van zijn grootvader Derk Roelfs Mansholt en uitingen van diens brede interesse en een grote betrokkenheid. Te noemen zijn o.a. de publicaties:

  • De ontwerp-plannen der Zuiderzeecommissie (1893)
  • De kanalisatie van Westerwolde (1894)
  • De internationale arbeidsverdeling en de prijsvorming van het broodkoren (1896)
  • De stikstofvoeding der landbouwcultuurgewassen (met U.J. Mansholt 1900)
  • De Staatshuishoudkundige Wetenschap en de betekenis van hoge en lage graanprijzen voor de volkswelvaart (1902)
  • De donkere zijde van de Handel (1907)
  • Het bankroet van de Vrijhandelsleer (1909).

Veel bijdragen heeft Derk Roelfs aan het Groninger Weekblad, het Radicaal Weekblad en het Friesch Volksblad geleverd. Vooral het werkje De internationale arbeidsverdeling en de prijsvorming van het broodkoren uit 1896 is voor Sicco Mansholts denken van enorme betekenis geweest. Ter gelegenheid van zijn veertigjarig huwelijksfeest stelde hij zijn Ostfriese jeugdherinneringen te boek: Vor einem halben Jahrhundert (Aurich, 1909).

opdracht-dr-mansholt
Opdracht van Derk Roelf Mansholt aan zijn kleindochter (mijn oma) Hetty Mansholt

Ze kreeg het boekje in 1914 op haar 17e verjaardag.

In 1920 viel Derk Roelfs Mansholt de onderscheiding Ridder in de orde van Oranje-Nassau ten deel. Op 1 februari 1921 overleed hij in Groningen en werd begraven op de begraafplaats te Vierhuizen. Een strakke eenvoudige zerk dekt zijn graf. De letters zijn wat moeilijk te lezen, doordat de zerk verweerd is. Het uitbundige van het Ostfriese grafmonument is ingewisseld tegen strakke eenvoud. Derk Roelfs ligt er begraven temidden van een aantal leden van zijn gezin en zijn.

27be2516cdc9b95eb5215da5721566fa_6_-boerderij-torum-580
Derk Roelfs Mansholt en zijn vrouw Aaltje Dijkhuis

Bronnen:

  • “Woord en daad”, De zoektocht van Derk Roelfs Mansholt naar een betere samenleving, Hilde Krips-van der Laan Van Gorcum, 1999. Een verhaal over zijn contacten met Eduard Douwes Dekker en Multatuli
  • “Vor einem halben Jahrhundert”, herinneringen van Derk Roefs Mansholt”, privé uitgave ter ere van zijn 40 jarig huwelijk
  • “De Westpolder”, De geschiedenis van een Waddenpolder en zijn ingelanden, J.S. van Weerden 1960.
  • Privé archieven met ondermeer: Knipselboek van U.J. Mansholt 1895
  • “Deze moeders van ons: Hilje, Henriette, Grietje 1800 -1946 “, privé verhaal van Henriette Voerman-Mansholt 1969
  • “De boerderijen van de Marne”, Nina van den Broek, uitgeverij Passage, 2016
  • “Multatuli en twee van zijn discipelen Mansholt en de Raaf”, K. ter Laan E.J. Bril Leiden 1949
  • “De Marne Eene geschiedkundige beschrijving van de Ommelanden, in het algemeen en van het westelijk gedeelte van Hunsingo in het bijzonder”, Mevr. J. Zijlma 1884

derkroelfsmansholtboek

mansholtmuntdrvz
Prijs voor de beste Tarwe voor DR Mansholt
Muntprijs
Bestuursprijs 1897

De geschiedenis van de familie Rahder in Drenthe

Eind 1850 werd Johan Coenraad Rahder (1812-1872) overgrootvader van mijn opa Jacob Rahder), wijnkoper te Amsterdam, benoemd tot directeur-administrateur in een door de ”Maatschappij tot Exploitatie van de Westerborker en ”Broekvenen”. Hij gaf zijn beroep als wijnkoper op vanwege zijn zwakke gezondheid.

jc-rahder
J.C. Rahder (1812-1872)

Hij vestigde zich in een nieuwgebouwd huis, genaamd “Nieuweroord” bij het gehucht Hoogeveen. Huize ‘Nieuweroord’ werd de uitvalsbasis voor de verveening van Zuid-Oost Drenthe. Het huis werd uiteindelijk uitgebreid tot het dorp Nieuweroord.

herenhuis-nieuweroord
Huize Nieuweroord

Dit riante huis, gebouwd door Rudolf Wichers ter Steege, timmerman te Hoogeveen, dat veel weg had van de havezathe “De Klencke” bij Oosterhesselen, stond in de buurt van de sluis aan de Middenraai. Bovengenoemde maatschappij had in 1849 plm. 1.400 ha. veengrond aangekocht rondom Nieuweroord en Nieuw Balinge. In 1855 werd nog plm. 35 ha. aangekocht ten noorden van de Hoogeveense Vaart en ongeveer tussen het Noorderhoofddiep en de Middenraai voor de aanleg van de 1e wijk.

In 1857 vond er een scheiding plaats tussen J.C. Rahder en de overige eigenaren van bovengenoemde Maatschappij en verkrijgt Rahder plm. 700 ha. veengrond te Tiendeveen, welke eveneens door deze Maatschappij waren verworven.

De school in Tiendeveen werd ook gesticht door de vervener J. C. Rahder, die het belangrijk vond dat er onderwijs in het dorp kwam. In 1860 heeft hij de school gesticht. Deze basisschool draagt nog steeds zijn naam.

J.C. Rahder verhuisde naar Noordscheschut waar hij het huis “Valkenheim” (de   latere Geref.pastorie) heeft laten bouwen.

rahderhuis
Huize Valkheim

J.C. Rahder liet omstreeks 1860 een nieuw kanaal graven, vanuit de Hoogeveense Vaart tot de Drijberse Hoofdvaart te Tiendeveen, ter lengte van ongeveer 2,5 km. Dit kanaal kreeg de naam “Willeminavaart”, genoemd naar zijn vrouw Willemina P.C. van Voorthuysen. In 1924 werd dit kanaal doorgetrokken naar Beilen, verbreed en omgedoopt tot Linthorst Homankanaal.

wilhelminavaartnieuweroord

De familie bouwde ook huize Blokland , anno 2015 nog steeds een prominent huis in Noordscheschut.

bloklandoudnieuw
Huize Blokland, vroeger en nu

Mede door de concurrentie met zijn oude vennoot De Wilde c.s. gaat J.C. Rahder op zoek naar een meer efficiënte fabricage van turf. Hij reist rond 1860 naar de Franse veengebieden en begon in 1863 als eerste met de machinale verturving van zijn veengebied, door middel van verrijdbare stoommachines (Locomobiles, ook wel Jacobs-ladder) en persmachines (Malaxeurs). In   iedere turf werd -de letter R van Rahder geperst. Hij kreeg hiermee landelijke bekendheid. In 1872 overleed hij, een half jaar voor het bezoek, dat Koning Willem III bracht aan zijn bedrijf, dat toen voortgezet werd door zijn zoons. Later steeg de turfproduktie tot 10 miljoen stuks van uitstekende kwaliteit. Er waren toen 170 arbeiders (mannen, vrouwen en kinderen) werkzaam. Toen het veen vergraven was, kwam er een einde aan de industrialisatie in dit gebied.

rahderturfwillemii
Prins Hendrik bezoekt de Rahder turf maatschappij

In 1873 verkopen de Erven Rahder huize “Valkenheim” en Mevr. W.P.C. Rahder-van Voorthuysen verhuisde na de dood van haar man naar Huize Blokland, bij de sluis te Noordscheschut. Na de 2e wereldoorlog is het oude “Valkenheim” afgebroken en een nieuwe pastorie gebouwd. Herbert Rahder, zoon van J.C. Rahder, koopt in 1868 een perceel grond, waar hij het huis “Veen en Dal” laat bouwen. De eerste steen werd gelegd door zijn vader, de gedenksteen is nog in de voorgevel van het huis, dat thans eigendom is van de familie Bosman en de naam “Veen en Dal” staat nog op het hek.

veenendal
Huize Veen en dal, Noordscheschut

Een van de zoons (onze opa Jacob Rahder) verhuisde naar Nieuw Amsterdam waar de laatste veengronden aan de grens met Duitsland verveend werden. Hij liet daar, na zijn huwelijk met Femmy Uiterwijk, begin 1928 het huis ‘de Tippe’ bouwen.

tippe
De “Tippe” in Nieuw Amsterdam

De Tippe te Nieuw Amsterdam

De huidige Rahderweg in Noordscheschut ligt ongeveer op de wijk die de scheiding vormde van de “boomgaard” van de laatste familie J.C. Rahder, die hier een kwekerij en een handel in zaaizaad en pootgoed exploiteerde.

De laatste jaren van de eerste wereldoorlog brachten in Nederland een gebrek aan brandstoffen teweeg. Met de veenindustrie ging het beter dan ooit. Na de oorlog eindigde ook deze hausse en kwamen er ernstige moeilijkheden voor de turf. Door mechanisatie werden deze verminderd. Toen in 1929 de algemene malaise begon, liep de turfafzet zo sterk terug dat er in 1934 een subsidieregeling tot stand kwam. Na een opleving van de veenindustrie in de jaren veertig werden de mogelijkheden tot afzet aan het eind van dit decennium snel minder. In 1962 was de situatie dermate verslechterd dat de commissarissen een voorstel tot liquidatie deden. Op grond van een accountantsrapport besloot de Algemene Vergadering de liquidatie uit te stellen tot een fiscaal gunstiger tijdstip. In 1962 werd ook de periode van 111 jaar afgesloten waarin leden van de familie Rahder in Drenthe verveend hebben; “de fabriek” maakte in dit jaar de laatste Rahder-turven. Daarna was de N.V. alleen nog grondeigenaresse. In 1964 vierde Jacob Rahder zijn 40-jarig jubileum als directeur van de Rahder- Turffabriek. Na zijn overlijden volgde zijn weduwe, mevrouw F.E. Rahder-Uiterwijk, hem op als directeur.

Veel leden van de familie Rahder bezaten aandelen in de Rahder-Turffabriek. Zij hadden samen ruim tweederde van de aandelen in handen. Steeds was dan ook één van hen commissaris. In de laatste jaren voor zijn overlijden nam Jac. Rahder bijna alle aandelen van de andere aandeelhouders over. Zijn dochters erfden deze aandelen in 1965. Twee van haar bezetten dan ook de commissarisplaatsen. Eind 1969 ging de Rahder-Turffabriek over tot een liquidatie die tenslotte op 29 april 1970 plaats vond.

De geschiedenis van de Familie Rahder is uitgebreid beschreven in een rijk geïllustreerd boek geschreven door Kees Opmeer.  Het boek is gebaseerd op het familie archief en is hier te koop. Er is ook een audioroute langs plaatsen waar de familie Rahder woonde en werkte met als startpunt Buurthuis de Vuurkorf in Nieuweroord.

stamboomrahderrond
Rahder stamboom

Bronnen

  • “Rondom het Schut”, Albert Metselaar 2016
  • “Drenthe – Parijs”, Sporen van de Drentse turfexpress naar Parijs (1850-1900), Wim Visscher, H&K uitgevers 2004
  • ”Deining in Drenthe”, H.J. Prakke, Van Gorcum
  • “Aan het veen verkocht”, geschiedenis van een veenarbeiders familie 1876-1922, Derk Gort Regio Project 1995
  • “Levend Morgenland” , Hero Moorlag  1987
  • “Rond de Runde. Turf, kunstmest en elektriciteit”, Triptiek van de Turfindustrie (Nieuw Amsterdam 1997).Visscher, W. Mr. drs.
  • Diverse privé archieven van de Rahder turf bv.
  • “Amsterdam – Nieuw Amsterdam – New York”, Mr. Drs. W. Visscher H&K uitgevers 2000
  • “De Machinale Rahder Turffabriek”, Jennie Voerman-Rahder verhaal in het kader van cursus regionale geschiedenis door de Seniorenacademie te Groningen. 1992