De lessen van Jiddu Krishnamurti in de sterkampen te Ommen

Jan Voerman Jr. hoopt in 1919, na zijn  academietijd, veel te kunnen schilderen in zijn nieuwe kamer in Den Haag, maar er is veel afleiding. Gesprekken tot diep in de nacht over oorlog en vrede en een nieuw begin. Er is een nieuwe held waarover gesproken wordt. Een jonge Hindoestaanse man uit India, Jiddu Krishnamurti genaamd. Een aantal leden van de vriendengroep waarbij ook broer Wim Voerman worden trouw volger en zijn medeoprichters van “The Order of the Star of the East”.

Jan houdt wat afstand. De volgelingen zien elkaar op het landgoed “Eerde” bij Ommen. In 1925 maakt Krishnamurti zijn volgelingen duidelijk dat “hij die een ander volgt ophoudt de waarheid te volgen”. Hij neemt daarmee afstand nam van zijn wereldleraarschap. Later ontbindt hij in Ommen de Orde van de Ster in het Oosten, die op dat moment over de hele wereld zo‘n 40.000 leden telt. Vooral voor Wim is het een grote teleurstelling. Hij maakt veel wandelingen met Krishnamurti en maakt foto’s die hij aan de volgelingen verkoopt. 

Jiddu Krishnamurti (1895-1986) heeft bijna 65 jaar lang gesproken voor en met mensen in alle werelddelen. Hoewel hij sprak over inzicht en meditatie, bracht hij geen nieuw geloof, geen nieuwe filosofie. Wat hij deed was samen met zijn toehoorders nagaan wat de oorzaken zijn van de problemen waarmee de mens sinds jaar en dag te kampen heeft.

Krishnamurti in Ommen, foto Willem Voerman
Herdenkingssteen voor de Sterrenkampen in Ommen
Groepsfoto van bezoekers aan het laatste bijeenkomst van het “Ster“ kamp te Ommen met aanhangers van Krishnamurti. Met bij de pijlen v.l.n.r.: Jons Viruly, Wim Voerman, Jan Voerman Jr. en Professor van Rees.

Het sociale hart van Anna Voerman-Verkade

Anna Voerman-Verkade (1866-1939) was niet alleen de steun en toeverlaat in het gezin en de boekhouder van haar man Jan Voerman senior. Ze was ook een vrouw die veel aandacht had voor mensen met minder kansen.

Anna was een bloeiende, sociaal bewogen vrouw met een brede belangstelling voor de kunst, maar had ook aandacht voor vrouwenkiesrecht en verbeteringen in het onderwijs. Ze beheerde alle zakelijke contacten van haar man, deed de correspondentie en waakte over de goede naam van de IJsselschilder en de prijs van zijn werk. Daarnaast vond Anna haar eigen weg en zette zich in voor de hulp aan de vele minder bedeelden in en rond Hattem.

Vereniging Tesselschade

Via haar huisarts kwam ze in aanraking met de zieken. Vanuit de vereniging Tesselschade gaf ze lessen in verzorging, goed voedsel en hygiëne, vooral voor jonge moeders. Er is dan geen Groene Kruis in Hattem en de arts heeft weinig medicijnen. Anna improviseerde en maakte zelf medicijnen, deels volgens homeopathische principes. Ze hield jarenlang een spreekuur aan huis voor jonge vrouwen die een baantje zochten. Dagelijks gaf ze van 10.00 tot 12.00 uur les en bemiddelde deze jonge vrouwen naar werk.

Groentetuin

In deze jaren nam het sterftecijfer na de geboorte in Hattem sterk af ten opzichte van andere Gelderse dorpen. Voor ouderen was er altijd een kom goede soep of groente en fruit uit de groentetuin van de familie Voerman. Anna schreef er stukjes over in de Zwolsche Courant. Er waren bijeenkomsten met moeders en aanstaande moeders in het huis aan de dijk. Er kwamen zelfs moeders uit Zwolle. Er werd veel gelachen en er werden verhalen gedeeld. In 1926 verscheen er zelfs een boekje van haar hand ‘Wie is Montessori, en wat is eene voorbereidende Montessori school?’.

Klasje van mevrouw Voerman

Anna ging later zelf kindertjes uit Hattem lesgeven. Aan huis, onder het atelier, net als ze vroeger voor haar eigen kinderen deed. Het klasje van mevrouw Voerman werd een bekend begrip. Anna bleek een uitstekende gastvrouw voor alle leerlingen en familie. Een van de leerlingen noemde haar in een gedicht de stralende ster ‘Capella’ in het sterrenbeeld Voerman.

Voedsel en veiligheid

Tot in haar laatste dagen gaf ze les. Als op 1 september 1939 Duitsland Polen binnenvalt, ligt ze in bed met een gebroken heup. Haar dochter Edu leest voor uit de krant. ‘Laat die Poolse vrouwen hier maar komen’, zegt Anna, ‘er is hier voedsel en veiligheid’. Dan slaapt ze in en wordt niet meer wakker. Die week staat er een prachtig stuk over Anna op de voorpagina van de krant ‘De Homoet’. Vol lof over deze bijzondere vrouw met haar grote hart.

Dit verhaal staat uitgebreid in het boek “Gevangen in een paradijs” over de kunstschilders vader en zoon Jan Voerman en hun banden met de familie Verkade. Het boek is hier te bestellen.

Zie hier het hele artikel op ‘Mijn Gelderland’

Het klasje van Anna Voerman – Verkade

Toneelstuk Mansholt van theatergroep Jan Vos

Veranderen vergt moed.

Dinsdag 11 augustus bezocht ik de voorstelling Mansholt van theatergroep Jan Vos. Topacteur Helmert Woudenberg speelt Sicco Mansholt in zijn crisisjaar 1972. De Euro commissaris staat vlak voor zijn pensioen, zijn werk zit erop.  Dan komt de Club van Rome met het alarmerende rapport “Grenzen aan de groei’. Als Mansholt ziet wat de gevolgen zijn van het beleid van schaalvergroting en intensivering, waarvoor hij zich zijn leven lang heeft ingezet, slaat de schrik hem om het hart.  Op de valreep probeert hij het tij te keren. Tot afgrijzen van de mensen om hem heen wordt hij een van de eerste pleitbezorgers van een kringloop-economie.

Het was een fantastische voorstelling. In een tent bij een boerderij met de ondergaande zon en koeien op de achtergrond. Veel stof tot nadenken met deze, nog steeds, zeer urgentie dillema’s: houden we voldoende voedsel voor de groeiende wereldbevolking zonder de bronnen van onze planeet steeds meer uit te putten en het milieu te belasten?

Het publiek verlaat de tent na de voorstelling (foto: Hein Molenkamp)

De vriendschap tussen Derk Roelfs Mansholt en Multatuli

De ideeën van Derk Roelfs Mansholt (1842-1921) zijn een mengeling van zijn eigen ervaringen en de ideeën van Marx en Multatuli. Multatuli, een oud bestuursambtenaar in NederlandsIndië die in 1860 faam had verworven met zijn kritische roman ‘Max Havelaar’ maar ook met “Woutertje Pieterse”, heette eigenlijk Eduard Douwes Dekker (1820-1887). Derk leerde de schrijver vanaf 1874 intensief kennen.

Mansholt had in een ingezonden brief in de NRC het werk van Multatuli geprezen en verdedigd en daardoor kwamen de heren met elkaar in contact. Vaak samen met zijn vriend, de onderwijzer De Raaf, was er veel briefverkeer tussen Mansholt en Douwes Dekker. Douwes Dekker was een geliefd, maar ook verguisd schrijver. Vooral de aanklacht tegen het koloniale leven, beschreven in de Max Havelaar, had veel kritiek losgemaakt. Douwes Dekker was er onzeker door geworden en voelde zich miskend en gekwetst. De warme woorden en steun van Mansholt en De Raaf sterkten hem.

Het is een wonderlijk stel, de forse hoekige boer uit de Duitse en Groningse klei en de frêle, onzekere schrijver uit Amsterdam. Mansholt heeft een warme en beschermde jeugd gehad. Dekker een vader die als kapitein vaak weg was en een ziekelijke moeder. De mannen vinden elkaar in de wens ‘de ellende des Volks’ uit te roeien. Mansholt bezoekt lezingen van Multatuli en de vriendschap wordt steeds hechter.

Uit financiële nood moet de schrijver steeds meer lezingen houden en zo komt hij ook regelmatig in het noorden. Douwes Dekker vindt deze voordrachten in rokerige en rumoerige cafés en kroegen vreselijk. Op 11 maart 1878 ontmoeten Mansholt en Multatuli elkaar voor het eerst in de Harmonie te Groningen. De schrijver heeft veel interesse in Mansholts verhalen over het boerenleven. Dekker wil graag een boerderij zien en hij komt verschillende keren op bezoek op het boerenbedrijf van de familie Mansholt in Meeden en later in de Westpolder. Mansholt steunt Dekker ook financieel. Dat gebeurt via een geheim genootschap van bewonderaars ‘Tandem’ (Latijns: eindelijk) geheten. De kritiek van Multatuli op de Nederlandse samenleving met zijn standen en ongelijkheid, in Indië maar ook in Nederland zelf, schudt Mansholt wakker. Het vormt een eerste stap in zijn zoektocht naar wegen om de wereld te verbeteren.

Bronnen: Familiearchief, “Woord en daad”, Hilde Krips-van der Laan; “Multatuli en twee van zijn discipelen Mansholt en de Raaf”, K. ter Laan.

Multatuli getekend door Auguste Allabe (1874)

Jeugdherinneringen van Derk Roelfs Mansholt gepresenteerd.

Op de dag dat mijn voorvader Derk Roelfs (1842-1921) 100 jaar geleden overleed is vandaag, op zijn voormalige boerderij ‘Torum’, de Nederlandse vertaling (uit het Duits) van zijn jeugdherinneringen gepresenteerd. Het is, door noeste arbeid van de familie, een prachtig boekje geworden. Derk was zowel de grootvader van mijn oma als de grootvader van Sicco Mansholt. Sicco heeft zich laten inspireren door het gedachtengoed van zij opa. 

Nu te verkrijgen bij Uitgeverij Profiel voor €20