Het Zuiderpark, een nieuwe woonplek buiten de oude stadswallen van Groningen.

De vader van mijn oma Hetty Voerman-Mansholt, Ubbo Mansholt, heeft in 1903, kort na zijn aanstelling als rijkslandbouwleraar in de provincie Groningen, een woning laten bouwen in Jugendstilstijl. De bouwtekeningen zijn er nog: Zuiderpark 12 en 13, voor de families Huisman en Mansholt, twee onder een kap.

Het Zuiderpark was de eerste wijk buiten de oude stadsmuren waar vooral welgestelden een huis lieten bouwen. In de stad was het vol. Het stadsbestuur was bijna klaar met het afbreken van de wallen en de poorten die de stad lang hadden beschermd. Deze ontmanteling van de ‘vesting van Groningen’ was vanaf 1876 ingezet. De nieuwe bewoners van het Zuiderpark woonden er vlak naast de gammele huisjes van de mensen die al langer buiten de wallen woonden, omdat het in de stad te duur was. De nieuwe villawijk werd gebouwd om de stad in het zuiden een meer representatieve entree te geven. Ubbo en Grietje Mansholt woonden met hun twee dochters naast bekende Groningers; hoogleraren, graanhandelaren, fabrikanten, burgemeesters en families van adel.

Af en toe zijn er aanvaringen tussen de oude en nieuwe bewoners. Jongens met leren riemen komen de rijke kinderen een lesje leren. De vele kroegjes zitten vooral vol, als het loon is uitbetaald. Dronken mannen lopen tot ’s avonds laat rond. Hetty zal zich het grote verschil tussen arme en rijke mensen die vlak bij elkaar wonen nog vaak herinneren als een verontrustende misstand.

Ze schrijft in haar notitieboekje: “Daarnaast woonden wij in ons frisse, witte Jugendstilhuis met het blauwe pannendak. We waren omringd door een grote brei aan huisjes zonder pannendak, zonder betimmering, waar het altijd lekte, en door huilende en tierende vrouwen”.