Derk Roelfs Mansholt (1842-1921)

‘Jonge jaren tussen graan en slik’

Derk Roelfs Mansholt heeft, ter ere van zijn vijftigste verjaardag, zijn jeugd in het Reiderland beschreven. Bineke Mansholt en Eliza Gussenhoven-Mansholt, twee van zijn achterkleinkinderen, hebben deze teksten vertaald en verwerkt in een boek onder de titel: ‘Jonge jaren tussen graan en slik.’ Het leert ons veel over de omgeving waarin Derk opgroeide en over zijn denkbeelden die van hem een Groninger boer maakte met een grote maatschappelijke betrokkenheid. Met zijn denkbeelden heeft Derk de kiem gelegd voor de loopbaan van zijn kleinzoon Sicco Mansholt die zich ontwikkelde tot een politicus van nationale en later zelfs internationale allure. Hieronder een fragment uit zijn lagere school tijd.

Lepel in zijn knoopsgat

Derk bezocht een plattelandsschool waar kinderen vanuit de hele regio naar toe gingen. Het was ongeveer een kwartier lopen naar deze school in het gehucht Aaltukerei, halverwege de dijkweg naar Ditzum. Hygiëne was ver te zoeken in dit bedompte gebouw met maar één ruimte waar alle kinderen les kregen, tachtig leerlingen, jong en oud bij elkaar. Dat was niet de ideale plek om goed te leren. Het was wel de ideale plek om kattenkwaad uit te halen met zijn vrienden. De arme leerkracht kwam ogen en oren te kort om de orde te handhaven. Voldoende aandacht voor iedere leerling was er lang niet altijd bij. Over die arme leerkracht die zoveel kinderen in toom moest houden, schreef Derk:

…De onderwijzer die zo karig werd betaald dat hij iedere avond bij één van de ouders aan moest schuiven voor zijn maaltijd, had de lepel in zijn knoopsgat…

Het was een zwaar en uitzichtloos leven voor deze onderwijzer, een leven waarin eenzaamheid en armoede de boventoon voerden. Van zijn salaris kon hij niet rondkomen. Hij bewoonde een kamer in een naast de school gelegen woning. Als een bedelaar ging hij ’s avonds bij de gezinnen van zijn leerlingen langs om zijn kostje bij elkaar te scharrelen. Dat waren de secundaire arbeidsvoorwaarden van die tijd. Er waren weken bij dat hij iedere dag hetzelfde te eten kreeg, vooral in de winter, zoals stamppot of wortels met spek.

De onderwijzer kreeg steeds meer last van sombere buien. Wat had hij voor toekomst? Uiteindelijk zag hij geen uitweg meer. Op een ochtend werd hij in zijn kamer gevonden, hangend aan een touw.

 … De arme man was zo vermagerd dat hij het niet nodig vond een behoorlijk stuk touw te nemen, maar een stuk pakte waarmee destijds de ganzenveren werden samengebonden…  

Deze tragische gebeurtenis heeft diepe indruk op de jonge Derk gemaakt. Maar ondanks de slechte omstandigheden op school heeft hij toch het nodige opgestoken, met dank aan de inzet van de onderwijzers. Het was zijn nieuwsgierigheid die hem verleidde om daarnaast veel aan zelfstudie te doen waardoor hij al met al  behoorlijk wat kennis heeft opgedaan. Terecht was hij daar trots op.

Dit is een fragment uit het boek Uit Zeeklei gebakken geschreven door Kees Opmeer. Het is hier te bestellen of te koop via de boekwinkel of bij de museumwinkel van Landgoed Verhildersum

Plaats een reactie