De jeugd van Derk Roelfs Mansholt (1842-1921) in het Reiderland

Het is 29 maart 1842, een bewolkte en kille dag, als Derk Roelfs Mansholt wordt geboren. Zijn wieg staat in Noord-Duitsland, het vruchtbare en open gebied waar de Eems uitmondt in de Dollard en dat het Reiderland wordt genoemd. Het is een landschap dat veel lijkt op de uitgestrekte polders van het Groninger land. Zijn ouders Ubbo en Tettje wonen op een boerderij in Ditzumerhamrich, op nummer veertien. 

Inwoners van Oost-Groningen en de mensen die in het gebied rond de Eems wonen, zoals Ubbo en Tettje spreken min of meer hetzelfde dialect. De landsgrens vormde een formele scheidslijn, maar meer was het niet. Eigenlijk bestond Duitsland nog niet als natie. Het was een allegaartje van vorstendommen waarin min of meer dezelfde taal werd gesproken. Van eenheid als natie was nog nauwelijks sprake.

Jonge jaren tussen graan en slik’

Derk blijkt een bijzondere jongen te zijn. Hij is slim, ondernemend en creatief. Dat we zoveel van hem weten hebben we te danken aan het feit dat hij zelf zijn jeugdherinneringen heeft beschreven. Aanleiding daarvoor was zijn veertigjarig huwelijksfeest in 1909. Hij wilde zijn inmiddels uitgebreide familie graag laten weten uit wat voor nest hij kwam en in wat voor omgeving zijn wortels lagen.

Bineke Mansholt en Eliza Gussenhoven-Mansholt, twee van zijn achterkleinkinderen, hebben zijn teksten verwerkt in een boek onder de titel: ‘Jonge jaren tussen graan en slik.’ Het leert ons veel over de omgeving waarin hij opgroeide en over zijn denkbeelden die van hem een Groninger boer maakte met een grote maatschappelijke betrokkenheid. Met zijn denkbeelden heeft Derk de kiem gelegd voor de loopbaan van zijn kleinzoon Sicco Mansholt die zich ontwikkelde tot een politicus van nationale en later zelfs internationale allure.

Winter

In de wintertijd hoopte Derk op ijs om te kunnen schaatsen. Het was een van zijn favoriete sporten. Jammer genoeg voor hem kwamen strenge winters met een langdurige vorstperiode niet zo vaak voor. Over het algemeen waren de winters nat en guur, met storm, regen of natte sneeuw, allemaal onder invloed van het zeeklimaat. Buiten viel er dan niet veel te genieten, maar binnen wel.

Na het avondeten deden ze spelletjes als kaarten en schaken. Met veel plezier maakten ze ook samen muziek. De grote drijvende kracht hierachter was zijn vader die graag met anderen meerstemmige liederen zong, vooral psalmen en gezangen. Derk vond het prachtig. Hij kreeg fluitles en later pianoles. Het maakte hem tot een verdienstelijk pianist.

Zijn vader en moeder hadden bovendien veel boeken waarin hij zich kon verliezen. Dat was best wel bijzonder en een geluk voor Derk. De meeste boeren lazen hooguit de bijbel en wat vaktijdschriften. De boeken van thuis lieten hem een wereld zien die groter was dan de geïsoleerde streek rond zijn ouderlijke boerderij. Het droeg bij aan zijn kennis en maatschappelijke betrokkenheid.

Dit is een fragment uit boek “Uit Zeeklei gebakken”, over de familie Mansholt: generaties van nuchtere boeren en wereldverbeteraars. Het boek is geschreven door Kees Opmeer en het is hier te bestellen.

De pacht boerderij van Ubbo en Tetje Mansholt in Ditzumerhamrich

Foto van de kolk, waarschijnlijk genomen rond 1910 toen Derk Roelfs terugkeerde naar zijn geboortehuis. Hij merkte op dat de ko0lk toen al deels was dichtgegroeid.

De huidige kust van het Reiderland aan de Dollard

Plaats een reactie