Als mijn overgrootmoeder Grietje Louwes rond 1890 Ubbo Mansholt en de rest van de familie Mansholt leert kennen, wenkt een nieuwe perspectief. Het biedt haar een kans om de sombere boerderij met haar autoritaire vader en afwezige moeder te ontvluchten. Ubbo hoort de verhalen van zijn verloofde met toenemende ergernis aan. In een brief aan zijn ouders Derk en Aaltje klinkt de boosheid door over het gedrag van Grietjes vader.
…Ze moesten de boerderij niet meer aanhouden. Als er onweer komt, laat het maar afbranden, dan ben je er af. Griet kan niet van huis langer dan een nacht. Ze heeft acht kalver, die ze moet voeren. ’t Werk en de last komen op Griet neer. De oude heer doet niets meer dan kippen voeren…
Door haar huwelijk met Ubbo krijgt ze volop uitnodigingen om de bij de familie Mansholt zo geliefde muziekavonden bij te wonen. Dat komt goed uit. Grietjes is gek op muziek. Ze kan mooi zingen met haar zuivere sopraan.
Zo nu en dan geven ze een uitvoering in Ulrum, samen met een koor uit Groningen. Een van deze koorleden is diep onder de indruk van de jonge sopraan. Aan het eind van een uitvoering zingt hij speciaal voor haar een lied: ‘Du bist wie eine Blume’, een lied van Schumann. Volgens Hetty gaf deze gebeurtenis glans aan de jonge jaren van haar moeder.
Ubbo en Grietje verloofden zich in 1894 toen Grietje 27 was. Ze trouwden op dertien mei 1897. Kort daarna gaat Ubbo in Wageningen studeren, op kosten van Grietje die een aardig bedrag van haar grootmoeder heeft geërfd. Na een verblijf van een paar jaar in Dordrecht waar Hetty en haar zus Ada worden geboren, verhuizen ze uiteindelijk naar de stad Groningen, naar de nieuwe villawijk.
‘Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt’
Grietje leest rond de eeuwwisseling een boek van Claus Heinrich Baas waarin ze haar eigen leed weerspiegeld zag. Daar zijn boeken ook voor, schrijft Hetty later. Vrouwen met ambitie die zich daarin belemmerd voelen, worden in die tijd vaak bestempeld als ‘ontevreden’.
Grietje voelt zich verwant met de vrouwenbeweging. In 1898 is de Nationale Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid in Amsterdam. Freule Jeltje de Bosch Kemper schrijft bij die gelegenheid: De vrouw is veelal nog een slavin en slavernij kweekt heersers. Vrouwen en kinderen zijn dan nog onbeschermd tegenover overmatige arbeid en hebben nauwelijks politieke invloed.
De strijd van vrouwen wordt echter wat ondergesneeuwd door de bredere strijd van socialisten voor het Algemeen Kiesrecht. Hetty en Ada krijgen van Grietje te horen hoe ze aan geboortebeperking kunnen doen. Grietje is er, net als in die tijd dr. Aletta Jacobs en de Nieuw Mathusiaanse bond, waar ze zich bij aansluit, van overtuigd dat het hebben van minder kinderen vrouwen betere kansen op ontplooiing biedt. Daarbij was armoedebestrijding, door vermindering van het aantal kinderen, bij de nieuw-malthusianen een belangrijk thema. Door het verspreiden van informatie over voorbehoedmiddelen zouden vooral arbeidersgezinnen leren hun gezin klein te houden en zo zelf hun welvaartsniveau te verhogen. Er werden spreekuren georganiseerd, waar minder vermogende vrouwen terecht konden voor gratis seksueel advies en voor voorbehoedmiddelen. Van de medici die op dit terrein pionierswerk verrichtten zijn Aletta Jacobs, de eerste vrouwelijk arts van Nederland, en Johannes Rutgers, arts en lange tijd secretaris van de Nieuw-Malthusiaanse Bond, het bekendst. Daarnaast was Grietje, net als Wabien, lid van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Het is geen toeval dat eind negentiende eeuw en begin twintigste eeuw zoveel vrouwen uit Groningen zich bezighielden met het versterken van de rechten en de positie van vrouwen. Het noorden stond in deze periode al bekend als een radicale regio met veel vrijdenkers. De provincie Groningen was welvarend en veel inwoners hadden tijd en middelen om boeken te lezen, naar bijeenkomsten te gaan en goed onderwijs te volgen.
Grietje verzucht in die tijd dat ze zich voelt als Clärchen uit ‘Egmont’ van Goethe, ‘Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt’. Het blijft lange tijd een gevleugelde uitdrukking in de familie.

Grietje en Ubbo