Opvoeding rond 1900

Rond 1900 draaide in het gezin Voerman alles om kunst. Er werd veel geluisterd naar muziek. Georges Bizet was populair met zijn ‘Jeux d’enfants’.

Lezen was minstens net zo belangrijk in huize Voerman. Anna Voerman-Verkade maakte zich daar sterk voor. Het begon met prentenboeken, vooral Engelse die toen populair waren, met tekeningen van Walter Crave en Coldecott. Op schoot bij Anna vertaalde ze de tekst voor de kinderen ter plekke in het Nederlands. Dat gebeurde zo vaak dat de kinderen de woorden na enige tijd uit het hoofd kenden. Vooral op mijn opa maakten de prentenboeken grote indruk. Ze werden zijn liefste bezit, omdat ze een wereld verbeeldden waarin hij zich gelukkig voelde.

Later kwam er ander, moeilijker, leesvoer bij, zoals de Camera Obscura van Hildebrand, pseudoniem voor Nicolaas Beets. Hoewel de kinderen niet alles begrepen vonden ze het toch prachtig om te lezen. Veel plezier beleefden ze aan allerlei tijdschriften als De Aarde en haar Volken waarvan ze een aantal jaargangen van opa en oma Verkade hadden kregen. Het was een blad met reisverslagen en mooie illustraties waarbij Jan en Tijs heerlijk konden wegdromen.

Een speciale herinnering had Tijs Voerman aan een ander blad dat ze van Mona Rambonnet hadden gekregen, een van de jonge vrouwen die thuis les kwam geven.

…Dan had Mona Rambonnet ons eens een aantal ingebonden jaargangen van ‘Voor ‘t jonge Volkje’ meegebracht, vol prachtige verhalen, die mij zeer boeiden en op mijn gevoel voor romantiek werkten. Een heette er: ‘Vertrouw op God en doe zelf ook wat’, een prachtgeschiedenis vol geheimzinnigheden en echte 19e eeuwsche romantiek en toch voor jonge kinderen bevattelijk.

Anna las ook mijn grootvader ’s avonds vaak voor. Het waren vooral Franse en Engelse boeken die ze tijdens het voorlezen ook meteen in het Nederlands vertaalde. Op die manier wilde ze hem kennis laten nemen van de nieuwste literatuur. In die tijd werden nieuwe, goede boeken uit het buitenland nog niet meteen in het Nederlands vertaald. Hieruit bleek hoe goed mijn overgrootmoeder deze talen beheerste.

Mijn overgrootvader Voerman Sr. las zelf ook graag, meestal tot 12 uur ’s nachts bij het licht van een olielampje, nieuwsgierig naar de schrijvers waarover hij zoveel had gehoord. En dan om 6 uur weer opstaan om te werken. Hij had een vast ritme en weinig slaap nodig.

Voor Jan jr. had het werk van Jan sr. iets magisch. Dat was wat hij ook wilde. Beelden in je hoofd omzetten naar beelden op papier of schilderdoek; van niets naar iets. Later vertelde mijn opa over die tijd:

…Vader vroeg mij eens: ‘Wil je eens wat zien op ’t atelier?’ Graag natuurlijk. Hij ging weg en vroeg om een kwartier later te komen kijken. Het was theetijd geweest, we dronken meestal de thee om half vier in de huiskamer, die uitzag over de dijk en de uiterwaarden. In de verte lag Zwolle, je zag de ‘Peperbus,’ maar de rivier zag je niet, wel de schepen. In de wei liepen de koeien, vaders koeien, het roodbruine IJssel-slag. Aan het eind van het land was de steenoven. In de lauwwarme lucht hoorde je iets van de wagentjes met de klei ratelen. Soms klonk een stoot op een hoorn van een schip, dat door de brug moest. Tussen de twee hoge 18e eeuwse ramen stond altijd een prachtig veldboeket. Het was een huis met een sfeer om altijd heimwee naar te houden.

Dan gingen we over het bordesje de trap af naar de tuin, die tweeëneenhalve meter lager lag dan de dijk. Langzaam liepen we over het stenen paadje onder de appelbomen door langs vakken met rozen, met frambozen en bessen en langs het hele pad een smalle rand met zomerbloemen. Dan rechtsaf langs de tuin van de dokter en weer rechtsaf. In een hoek lagen de stallen, de hooiberg, er was een klein atelier voor een leerling en de tuinman woonde er.

Nu weer verder langs de kassen met blauwe druiven, met tomaten, met potten azalea’s en wat er meer overzomeren moest. En aldoor was er de ijle schaduw van de vruchtbomen boven je. Ook de tuin was om nooit te vergeten…

Dit is een fragment uit het boek “Gevangen in een paradijs” door Kees Opmeer. Het boek gaat over de kunstenaars, vader en zoon Jan Voerman en hun banden met de IJssel en Verkade. Het boek is hier nog te koop.

Jeugdboek in de Franse taal rond 1900