‘Us Ferlosser’
Maar Multatuli was niet de enige die Derk inspireerde. In 1879 leerde hij de eerder genoemde Ferdinand Domela Nieuwenhuis kennen, voorman van de Sociaal-Democratische Bond, de eerste socialistische partij van ons land. Dat jaar was een keerpunt in het leven van Domela Nieuwenhuis. Hij richtte samen met een paar geestverwanten het blad ‘Recht voor Allen’ op, waarop de sociëteit in Meeden zich door een handigheidje van Derk had geabonneerd. Het jaar van hun kennismaking was het jaar waarin Domela Nieuwenhuis niet langer predikant wilde zijn. Hij was het bijna tien jaar geweest, begonnen in Harlingen, maar hij kon het niet langer verenigen met al het onrecht dat hij om zich heen zag. Maar het was niet alleen dat. In zijn persoonlijk leven had hij veel verdriet ondervonden, zoals het vroegtijdig overlijden van meerdere echtgenoten. Hij is vier keer getrouwd geweest. Hierdoor kon hij niet langer geloven dat er een God van liefde bestond.
Domela Nieuwenhuis hield niet op met prediken; niet langer over God, maar nu over het geloof in een betere samenleving. In zijn thuisbasis Friesland en in Groningen trok hij van dorp naar dorp en van stad naar stad om zijn geloof te verkondigen. Later breidde hij zijn werkgebied tot de rest van het land uit. Hij was meer spreker dan schrijver, geen wonder met een achtergrond als predikant. Door zijn gloedvolle, inspirerende, verhalen, zijn religieuze achtergrond en zijn markante kop met woeste baard en lange haren, lag een vergelijking met Jezus voor de hand. In Friesland werd hij liefkozend door de arbeiders ‘Us Ferlosser,’ genoemd. Het was een eretitel die later alleen Johan Cruyff nog ten deel viel, maar dat was om een geheel andere reden.
In de loop der tijd radicaliseerde hij steeds verder. In 1887 werd hij zelfs veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf, omdat hij zich schuldig had gemaakt aan majesteitschennis. Domela Nieuwenhuis werd anarchist.
Schrijven en lezen
Derk voelde zich zo aangesproken door zijn denkbeelden en charisma dat hij in 1888 in het Noorden campagne voor hem ging voeren. Het leidde tot een innige vriendschap tussen de herenboer en de gesjeesde dominee.
Derk leerde ook andere mensen rond Domela Nieuwenhuis kennen, zoals de journalist Joan Nieuwenhuis, voor zover bekend geen familie van Ferdinand. Joan Nieuwenhuis stond aan de wieg van de Hazewinkel Pers en het Nieuwsblad van het Noorden. Hij, die zichzelf ook tevergeefs kandidaat had gesteld voor de Tweede Kamer, drukte en publiceerde een vurig artikel van Derk met als titel Aan de Nederlandse boerenarbeiders. Dezelfde Nieuwenhuis gaf het Groninger Weekblad uit, een landelijk weekblad met een signatuur die Derk op het lijf geschreven was. Derk ging zelf ook stukken schrijven voor dit blad. Toen het Groninger Weekblad in de schulden raakte, sprong hij bij.
Het moet zo rond 1878 zijn geweest dat Derk Das Kapital van Marx ging lezen. Avond na avond zat hij over dit boek van ruim achthonderd pagina’s gebogen, af en toe stoppend om een aantekening te maken. Naast de vriendschap met Multatuli en Domela Nieuwenhuis heeft dit boek grote invloed op zijn denkbeelden gehad. Met zijn Duitse achtergrond kon hij het boek in de oorspronkelijke taal lezen. Dat hielp hem om de vaak complexe teksten goed te begrijpen. Zijn enthousiasme was zo groot dat hij een toegankelijke samenvatting wilde maken voor de Nederlandse lezers. Na een aantal pogingen gaf hij het op. Het lukt hem niet om de diepgravende theorieën in verkorte vorm duidelijk te maken.
Van scheurtjes tot breuk
Door zijn koppigheid lagen conflicten voortdurend op de loer. Het zou leiden tot een breuk met Domela Nieuwenhuis. Het eerste scheurtje zien we als Derk zich sterk maakt voor de verkiezingscampagne van Joan Nieuwenhuis in Friesland en Groningen. Deze campagne is niet echt een succes. De kroegen en zaaltjes blijven leeg als Nieuwenhuis daar komt spreken. Volgens Domela Nieuwenhuis is dat voor een deel de schuld van Derk. In al zijn wijsheid had hij bedacht om entreegeld te heffen van vijftig cent. Het was bedoeld om verkeerd volk, dat alleen maar geïnteresseerd was in roken en drinken, buiten de deur te houden. Net als Multatuli haatte Derk dat soort bijeenkomsten.
Een paar jaar later, in 1891 leidden de scheurtjes tot een definitieve breuk. In het blad ‘Recht voor Allen’ viel een geloofsgenoot van Domela Nieuwenhuis Derk aan op het feit dat hij grootgrondbezitter was en baas van flink wat landarbeiders. Aan zijn integriteit als socialist werd openlijk getwijfeld. Een rijke herenboer die pleitte voor herverdeling van bezit. Waarom had hij het goede voorbeeld dan niet gegeven? Was hij wel oprecht in zijn standpunten?
Dat hij in 1889 medeoprichter en bestuurslid was geworden van de Nederlandse Bond voor Landnationalisatie telde blijkbaar niet mee. Artikel 1 van het statuut zegt alles: De grond moet eigendom van de staat of de gemeente worden en de huidige eigenaren moeten schadeloos worden gesteld.
Het artikel in ‘Recht voor Allen’ leidde tot giftige ingezonden stukken. Die Mansholt was niet te vertrouwen. Hij zorgde slecht voor zijn medewerkers. Hij betaalde ze te weinig. De ene ingezonden brief werd overtroffen door de andere. De ene beschuldiging stapelde zich op de andere, gevoed door vooroordelen en valse emoties. Het nieuws verspreidde zich zo snel als tegenwoordig nieuws op sociale media zich verspreidt. Arme Derk, het klopte volgens hem van geen kanten, maar herenboer en socialist kon in de ogen van velen niet samengaan. Ferdinand Domela Nieuwenhuis liet hem vallen.
Maar toch. Zat er niet een kern van waarheid in? Voor onderbetaling was geen bewijs, maar vrijgevig en ruimhartig was hij ook niet voor zijn arbeiders. Het was bekend dat zijn broer Jochum zijn medewerkers beter betaalde.
‘Mijn zelfverdediging’
Derk had veel vijanden, onverzettelijk als hij was in zijn opvattingen. Dat speelde ongetwijfeld mee op de achtergrond van deze vuilspuiterij. Hij nam steeds meer afstand van de scherper wordende standpunten van Domela Nieuwenhuis. Het socialisme ontwikkelde zich in een richting waar Derk niet achter kon staan. Hij was een man die, ondanks zijn opvliegende karakter, meer heil zag in overleg en geleidelijke veranderingen. Dat stak hij ook niet onder stoelen of banken.
Hij schreef een artikel met als titel Mijn zelfverdediging waarin hij alle beschuldigingen ontkrachtte met feiten en voorbeelden. Het werd een verklaring, in de vorm van een brochure, van maar liefst 48 bladzijden. Maar andersgelovigen kun je moeilijk overtuigen. Teleurgesteld moest hij constateren dat het allemaal niet veel uitmaakte. Derk kreeg genoeg van de politieke strijd, het behalen van het eigen gelijk en het gekonkel.
Dit is een fragment uit het boek “Uit Zeeklei Gebakken” over de geschiedenis van de families Mansholt, Louwes, Zijlma en Dijkhuis). Het boek is geschreven door Kees Opmeer en is hier te koop

Ferdinand Domela Nieuwenhuis

Derk Roelfs Mansholt
