Anna Voerman – Verkade (1866-1939), de spil in het gezin van IJsselschilder Jan Voerman Sr.

Anna ontfermde zich over de opvoeding van de kinderen. Dat wil niet zeggen dat mijn overgrootvader een slechte vader was. Toegegeven, hij was geen gemakkelijk benaderbare man. Hij was in zichzelf gekeerd en in gedachten vaak ergens anders, maar hij hield wel degelijk van zijn kinderen. Uit de verhalen bleek dat hij zich zorgen maakte over de kinderen als er problemen met hun gezondheid waren of als het ging over hun opleiding en toekomst.

Het leek wel of hij niet genoeg ruimte in zijn hoofd had om zich naast zijn schilderwerk nog intensief met de opvoeding te bemoeien. Het paste niet zo goed bij hem en hij wist dat de kinderen bij Anna in goede handen waren. Aan het gezinsleven nam hij maar mondjesmaat mee. In het atelier wachtte werk op hem en daar waren anderen slechts bij uitzondering welkom. 

Een groter geluk dan Anna had hij niet kunnen vinden en hij besefte dat zelf ook. Zonder haar had hij zich nooit tot de kunstenaar kunnen ontwikkelen die hij was geworden. Anna was niet alleen sterk, intelligent en goed opgeleid, maar ze was vooral toegewijd aan haar man en kinderen. Hun belang stond voorop. Ze geloofde in haar echtgenoot als kunstenaar en wilde hem in alles helpen om zich verder te ontplooien. Mijn Voer, noemde ze hem liefdevol.

Om geen verkeerd beeld op te roepen: ze gedroeg zich niet slaafs of onderdanig, eerder nuchter en verstandig met een kritische houding als dat nodig was. Als geen ander kon ze zichzelf wegcijferen, maar ze liet niet over zich lopen.

Uit de brieven aan haar moeder komt naar voren hoe onvoorwaardelijk ze van mijn overgrootvader hield en hoeveel geloof ze in hem had als kunstenaar. Voer is een bijzonder goed en lief mensch. Zij steunde hem in zijn zakelijke contacten als het over de aankoop en verkoop van zijn werk ging, in goede en slechte tijden. Een voorbeeld daarvan is het zogenaamde ‘grijze boek’ waarin ze nauwgezet de verkoop van zijn werk bijhield. Het geloof in haar echtgenoot stamde al vanaf de eerste, moeilijke periode toen ze nog niet lang samen waren en  mijn overgrootvader nog zoekende was naar zijn rol als schilder.

…Het is mooi werk. Ik denk dat V. hierop doorgaande, met eenige jaren prachtige dingen zal maken – dit is lang niet wat hij kán, alleen één kant – hij is nu met dingen bezig zoo fantastisch en groot, natuurlijk kan hij lang niet krijgen wat hij wil…

…Men kan zich niet voorstellen hoe wijs en mooi Voer inwendig is en beoordeelt hem naar eigen maatstaf. Alleen die paar die wat verder zien en intuïtie hebben, zien in zijn werk eigenschappen die hen doen vermoeden hoe ’n mooi innerlijk hij hebben moet om zóo te kunnen schilderen…

Het bleek dat ze een vooruitziende blik had.

…Maar eenmaal zal hij het maken, althans bij benadering. Niemand weet wat een zelfbeheersing en hoeveel vastheid van wil er noodig was om zóo te studeren, twee volle jaren zonder een zichtbaar resultaat. Hij heeft studies gemaakt, zóo droog, zóo suf, zóo zonder eenige zoogenaamde chic of knapheid of schildersqualiteiten (wat dát kan hij wel), dat men ze ziende denken moet: ‘Is dat nu werk van een Voerman?’…

…Wanneer er grote gedachten heerschen in een mensch, dan moet immers zijn hele zijn en doen daarmee in contact zijn? Het is wél met zoo’n mensch te leven! Zijn hele omgeving krijgt ervan mee – hier wordt nooit gezanikt of gekribt – of we geld in huis hebben of niet, een groot verschil maakt dat niet…

De goede band met haar moeder, Eduarda Verkade – Koning, bleek uit de hulp die zij en haar jonge gezin met vijf kinderen kreeg. Anna maakte er geen geheim van dat ze het in die jaren moeilijk hadden, zonder te klagen. Eduarda begreep de boodschap die ze in de brieven van Anna las. Ze had meer begrip voor Anna’s keuze om zich voor altijd te binden aan mijn overgrootvader dan haar echtgenoot Eric Verkade. Als moeder en oma liet Eduarda in de eerste plaats haar hart spreken. Met enige regelmaat zond ze kleding en geld naar Hattem, ondanks het jaarlijkse dividend dat haar dochter ontving. Anna nam het dankbaar in ontvangst.

…Ik ontving uw lieven brief, het geld en heden uw kaartje; hartelijk dank voor alles, beste! De duitjes zijn nog even welkom als altijd. Al hebben we niets te klagen, we kunnen het ook nog best op – er is van allerlei noodig buiten de dagelijksche uitgaven om – je weet soms niet waar het geld blijft!…

Anna had een stevige basis door haar sterke en liefdevolle band met haar moeder. In mijn archief heb ik foto’s die mij als fotograaf en dus als man van het beeld, nog meer zeggen dan de brieven tussen moeder en dochter.

Op de foto’s herken ik de kracht die van beide vrouwen uitgaat, maar ook de liefdevolle blikken die ze elkaar toe werpen, twee vrouwen die elkaar lijken te begrijpen. Ook de andere foto’s van Anna zeggen mij veel; van haar foto’s als jeugdige moeder tot haar portretten van een wijze, oudere dame. De veroudering was niet tegen te houden, maar wat bleef was die opvallende combinatie van zorgzaamheid en kracht die ze uitstraalde.

Dit is een fragment uit het boek “Gevangen in een Paradijs” van Kees Opmeer. Het boek is hier te koop.

Anna Voerman – Verkade aan tafel met haar echtgenoot Jan Voerman Sr. in hun huis in Hattem (1906)

Anna Voerman – Verkade de krachtige spil in het gezin Voerman Sr.

Plaats een reactie