De families Verkade en Rahder en hun buitenplaats aan de Vecht (en Angstel)

Voor veel gefortuneerde Amsterdammers was de Vechtstreek populair: het was dicht bij Amsterdam en bood veel rust, ruimte en frisse lucht. Ook was het gebied interessant omdat ondernemers en kooplui er geld konden verdienen. Boerderijen met veel land en baksteen- en dakpanfabriekjes vormden een goede investering. De aanleg van een jaagpad in 1628 en het afsnijden van een paar Vechtbochten maakte de reis korter en aantrekkelijker: In 4 uur kon men vanuit de stad bij de buitenplaats zijn. De reis ging van de Amstel via binnenwateren als de Holendrecht en de Angstel naar de Nieuwe Wetering. Hier, bij Nieuwersluis, kwam men op de Vecht.

Twee keer per jaar vond een grote verhuizing plaats, want veel meubels, linnengoed, servies en schilderijen werden in mei van uit het grachtenpand meegenomen naar de buitenplaats, en in de herfst weer terug.

De buitenplaatsen zorgden er met hun nutstuinen, karpervijvers en boomgaarden voor dat de eigenaren in de stad het hele jaar gezond voedsel hadden.

De zakenfamilies Verkade en Rahder hebben beide tijdelijk in  een buitenplaats in de Vechtstreek gewoond. Ericus Verkade 1835-1907) oprichter van de Verkade fabrieken ging er in 1881 wonen omdat zijn vrouw Eduarda Verkade – Koning zo verlangde naar een huis in de natuur. Ze was geboren op de Burcht te Wedde en voelde zich niet thuis in Amsterdam. Ericus huurde derhalve de buitenplaats Klein Boom & Bosch bij Breukelen. Er is later door Wenckenbach ook nog een Verkadeplaatje gemaakt van dit buiten voor het album de Vecht. In 1883 vertrok het gezin alweer naar de Zaanstreek alwaar ook de Verkadefabrieken stonden.

Verkadeplaatje van Huize Boom en Bosch

J.C. (Coen) Rahder (1812-1872) was wijnkoper te Amsterdam. Met zijn familie woonde hij daar aan de Buitenkant in een groot pakhuis. Ook de echtgenoot van Coen, Willemina Petronella Cornelia Van Voorthuijsen wilde niet meer in de stad wonen vanwege de stank in de grachten en de vele ziektes. Coen kocht in 1843 de buitenplaats Valck en Heining aan de Angstel. Tegenover dit buiten woonden aan de noordzijde op ‘Geinwensch’  zijn schoonouders reder Jan van Voorthuijsen en jonkvrouw Anna Maria de Villeneuve

Drie kinderen werden er geboren. In 1849 vertrok het gezin alweer omdat Coen veengebieden had aangekocht in Drenthe, ten oosten van Hoogeveen. Na een kort verblijf bij Dedemsvaart liet Coen een huis bouwen dat hij ‘Nieuweroord’ liet noemen. Coen kreeg echter ruzie met zijn zakenpartner Andries de Wilde en moest uit Nieuweroord vetrekken. Hij liet in 1860 bij Noordscheschut een nieuw huis bouwen. Hij noemde dat Valkenheim ter herinnering aan het buiten Valck en Heining.

Buitenplaats Klein Boom en Bosch

Buitenplaats Valck en Heining te Baambrugge

Eén gedachte over “De families Verkade en Rahder en hun buitenplaats aan de Vecht (en Angstel)”

Plaats een reactie