Huize Blokland

Coen Rahder heeft de Willeminavaart rond 1860 zelf laten graven als zijtak vanuit de Hoogeveensche Vaart tot de Drijberse Hoofdvaart te Tiendeveen, met een lengte van ongeveer 2,5 km. Zo kan de turf uit zijn wijken, of in het Drents ‘wieken,’ nog beter worden afgevoerd. Het kanaal vernoemt hij naar zijn vrouw. In 1924 zal het kanaal nog worden doorgetrokken naar Beilen, verbreed en omgedoopt tot het Linthorst Homankanaal. Een aantal zijtakken in het veengebied vernoemt Coen naar zijn geliefde plekken in Amsterdam: ‘Kattenburg’, ‘Binnenkant’, ‘Keizersgracht’ en ‘Herengracht’. Het water in de kanalen en vooral in de zijtakken kleurt donkerzwart vanwege het hoogveen. Het geeft het water een magische duistere gloed.

In 1863 koopt Coen een oude moestuin met veel fruitbomen van Gesiena Warmels. Het is een prachtig plekje aan de schut in de Hoogeveensche Vaart. Je hebt daar goed zicht op de gehele vaart. In 1867 bouwt de derde zoon van Coen en Mien, J.C. Rahder jr. daar een huis. Het wordt ‘Huize Blokland’ genoemd naar de geboorteplaats van zijn vrouw Tonia Habermehl.

Dan blijkt uit een brief van zijn moeder W.P.C. Rahder–Van Voorthuysen, gedateerd 19-2-1868, aan de kinderen op de kostschool, dat er zich een klein drama afspeelt in het jonge gezin van Coen jr. 

“Gisteren was er een droevige melding. Ik was bij Tonia geweest toen de kleine Gottfried opeens zulke eene akelige benauwdheid kreeg. Hij was akelig maar dat ging weer voorbij en dat kindje was weer geheel beter en sliep ’s nachts in goede gezondheid.  Maar ’s morgens, zij wilden juist gaan ontbijten, kreeg het weer zo’n benauwdheid waar het ineens in bleef, zij kwamen mij roepen maar het kindje was al dood toen zij het huis uitgingen om mij te halen. In 5 minuten was alles afgelopen. Vind gij dat niet allertreurigst? Zij zijn innig bedroefd, dat kunt u lieden zich voorstellen. Ik ga er straks weer naar toe.”

In het jaar ervoor was de vader van Tonia overleden en begin 1868 was haar broer ernstig ziek, hij leed aan de pleuris. Het overlijden van de kleine Gottfried was de druppel. Tonia wil weg uit de koude, tochtige streken in Drenthe. Ze wil naar de stad Amsterdam waar haar schoonzusters al woonden. Coen Rahder jr. neemt de aandelen in de wijnhandel over van zijn oudere broer Jan. Hij wordt daarmee mededirecteur bij de Weduwe H. Rahder en zet ‘Blokland’ te koop.

Het huis zal jaren leeg staan en wordt beheerd door broer Herbert. Alleen zomers komt er af en toe familie. In 1874 koopt Herbert het huis en verhuurt het aan Oude Jan die het later zelf weer overkoopt. Oude Jan woont er met zijn gezin tot zijn dood in 1898. Jan drijft dan een winkel aan de Wilhelminavaart met allerlei goederen en verhuist ook die zogenaamde ‘bazaar’ naar Blokland. De hele familie werkt mee. Jans tweede vrouw Margje vertelt nog jaren later dat ze een kromme rug heeft overgehouden aan het sjouwen van zakken suiker en meel.

Niet veel later in 1868 bouwt zoon Herbert ‘Huize Veen en Dal’ ook aan de Hoogeveensche Vaart, een verbeterde versie van Huize Blokland. Herbert gaat er na zijn huwelijk met Ykje Post uit Groningen wonen. Ykje is familie van apotheker Radijs uit Hoogeveen die in het boek Publieke Werken van schrijver Thomas Rosenboom wordt opgevoerd als Anijs. Beide huizen Blokland en Veen en Dal staan nog prominent in het centrum van Noordscheschut.

Dit is een fragment uit het boek “Hoe de Rahders Drenthe veranderden”. Het boek is hier te bestellen.

Huize Blokland, Tekening van Anna Heil uit 1892

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: